maandag 6 oktober 2014

MARIJN



DEEL 4

scène 3

Scholmiester
zit op een stoel
vooraan op het podium

leest plechtig

‘Het leven van Victor verloopt volgens een strikte regelmaat. Het dagelijkse bezoek met de plastieken maar op leder lijkende boodschappentas aan de beenhouwer. De tocht van het huis, door de nauwe straatjes met hun vreemde dierennamen, naar het klooster, waar Victor elke middag aan de poort een brood en soep worden overhandigd.
Achter de gevel van het huis, waarvan het houtwerk lang geleden, ver vóór Victor zijn tijd, in het bleekgroen was geschilderd, bevindt zich Irma. Zij is doorschijnend mager, ligt naast een altijd rood gloeiende kolenkachel en leest kasteelromans. Tegelijk vormt zij de wankele maar alles ondersteunende hoeksteen in het bestaan van Victor. Zodat aan het gemoed van Victor de slepende gezondheidstoestand van zijn tere beschermengel kan worden afgelezen. Irma zou vroeger caféhoudster zijn geweest en in die hoedanigheid Victor, die aan de drank verslaafd was, uit de goot hebben geholpen. De bewegingen van Victor zijn door het jarenlange drankgebruik afgemeten geworden.
Victor weet precies hoe de cité er in vroegere tijden heeft uitgezien. Wie de bomen heeft geplant en waar de afgebroken huisjes stonden. Hij heeft niet altijd in het groen geverfde huis gewoond. Victor slaapt op de eerste verdieping van het huis. De gordijnen zijn er altijd gesloten. De deur staat op een kier. De wereld van Irma beperkt zich tot wat zij door de deurspleet aan licht kan opvangen. Voor de deur strooit Victor elke morgen kruimeltjes - de resten van het brood.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten