Schaduwen (foto MDB |
Wanneer ik dit schrijf glinsteren
de vruchten van de lijsterbes in het warme licht van de herfst. De lage stand
van de zon werpt lange schaduwen over het land. Nog nooit in mijn leven zag ik
een ijsvogeltje. Gisterenmorgen in alle vroegte zat het vogeltje aan de rand
van de vijver die wij onze troostplek noemen.
Wanneer ik terugdenk aan het huis
van Amélie in het gehucht Wathiéhurt komen mij allereerst de stokrozen voor de
geest. Stokrozen in alle tinten van roze, rood en wit stonden hoog opgeschoten voor
het huis. Het huis lag net voorbij de bocht. Voor het huis een grasperk met heerlijk
geurende rozelaars. Tegen het huis de stokrozen.
De allereerste keer dat wij er
kwamen werden we enthousiast verwelkomd door een witte poedel. Het hondje
sprong tegen het groen en wit geverfde hek. Voor het huis stonden Victor en
Amélie. Het huis was laag. Wit gekalkt. Met groene ramen. We deden de tour du
propriétaire. Naast het huis in een klein wit geverfd gebouwtje het toilet met een houten bril. Boven op de
beerput. Daarachter een lange, verwilderde tuin.
De vloer van het huis bestond uit
koude vierkante tegels. Als je binnenkwam links een opkamertje. De woonkamer.
Een minuscule keuken waar mijn moeder later ons lievelingsgerecht, zijnde warme
kip met perziken, zou klaarmaken. Twee slaapkamers met in de ene een
reusachtige door het vocht aangevreten spiegel.
In die slaapkamer kon ik mij
terugtrekken. Dromend van Jazz Bilzen en andere heerlijkheden waar ik nooit een
voet zou zetten. Alsook in het kille gebouwtje met de houten WC-bril recht boven
de beerput. Daar las ik in de krant La Voix du Nord. Bestudeerde er de
plaatselijke sportmanifestaties en droomde ervan ooit aan een daarvan te kunnen
deelnemen.
In la Voix du Nord moet mijn
vader een bericht hebben gelezen over een zanger Rémy die op een avond in een
van de andere onooglijke dorpen in de buurt zou optreden.
Op die bewuste avond reden wij
met de Ford Taunus van mijn vader in het volstrekte duister over de wegen van
Pas-de-Calais. We staken een onbewaakte overweg over en kwamen in een
parochiezaaltje terecht. We namen plaats op een van de lange banken die in
rijen stonden opgesteld. De zanger Rémy bracht zijn repertoire met akoestische
gitaar. Daarna kon wie dat wilde een 45-toerenplaat kopen waar Rémy dan zijn
handtekening op zette. Met zwarte stift schreef Rémy in grote letters: ‘A Devos’.
Later belandde het plaatje in de
sixties verzamelhoes naast de liederen van Sheila, Mireille Mathieu en
Salvatore Adamo.
De geur van het huis van Amélie daar
in het onooglijke gehucht Wathiéhurt zal ik nooit vergeten. Het was een geur
van vocht en beslotenheid. Het huis stond immers in de lange donkere
wintermaanden leeg. Alleen in de zomer werden de groene luiken geopend. Waaide
een frisse wind door het huis en schoten voor de witgekalkte gevel de rozerode
stokrozen zo hoog op als zij maar konden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten