Schloss Reinhardstein (foto MDB) |
De rit naar onze woonwagen op de heuvel boven het stadje Spa is ondertussen ook voor ons zeer vertrouwd geworden. Net als de mensen die hier zoals wij vaste gasten zijn. Zo is er het koppel waarvan de vrouw altijd in bikini rondloopt. De man in bloot bovenlijf. Tenminste als het weer het enigszins toelaat. Het zijn echte levensgenieters. ’s Avonds pasta met groenten. En een glaasje wijn. Als teken van herkenning steekt de man zijn hand op.
Van het slot Reinhardstein is alleen het tolhuis langs de weg naar Malmédy bewoond. Vroeger verbleef in het kasteel een professor in de rechten. Samen met een jongeman heeft hij ervoor gezorgd dat deze burcht uit het Rijnland werd bewaard. In het begin van de negentiende eeuw had een handelaar in bouwmaterialen het kasteel in zijn bezit. Die had de burcht als een ruïne achtergelaten.
Onze gids komt uit Antwerpen maar woont al zeer lang in het nabijgelegen dorp. De vrouw is de zeventig voorbij en spreekt nog altijd vol eerbied en ontzag over de excentrieke professor.
‘Hij moet heel wat contacten hebben gehad,’ zegt Nomade, ‘als je ziet welke figuren zijn kasteel allemaal frequenteerden.’
De professor legde een hele verzameling aan van wat hij vond dat er in een middeleeuwse burcht thuishoort: kruisbeelden en Mariafiguren, oude folianten, kazuifels. Maar ook een poppencollectie. Middeleeuws aandoende ridders in allerlei formaten. Onze gids vertelt dat deze poppen afkomstig zijn uit Sicilië en de belangrijkste ervan Pulcinella wordt genoemd. Vandaar de Antwerpse poesjenellen.
‘Het zijn zulke poppen die jij eens van straat hebt opgeraapt,’ zegt Nomade.
De poppen hebben houten armen en benen. Maar zijn verder in metaal en papier maché.
‘Je hebt toen verteld dat diegene die er afstand van had gedaan, nadien zelfmoord heeft gepleegd,’ zegt zij nog.
Maar dat verhaal kan ik mij niet meer herinneren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten