Wat een verrukking wanneer plots in het Beierse landschap
het Schloss Neuschwanstein opduikt. Hoog boven het dal verheven als een wit
marmeren kunstwerk. Net als de Taj Mahal is dit een ode aan de liefde. De
liefde van Ludwig II, koning van Beieren, voor de Duitse middeleeuwen. Voor de
minnezangers zoals Walther von der Vogelweide en de Duitse ridderstand.
Nadat zijn land door de Pruisen was overgenomen, bleef
Ludwig niets anders over dan weg te dromen. In een fictieve sprookjeswereld
waar ridders almachtig waren en burchten bewoonden die de grenzen bewaakten.
Zoals de ruïneburchten waarop het Schloss Neuschwanstein is opgetrokken. Vanaf
de Marienbrücke ging Ludwig kijken naar het voortschrijden van de
werkzaamheden. Inspiratiebron was de Wartburg waar de minnezangers met elkaar
wedijverden.
In Wagner vond Ludwig een medestander, een kunstenaar die
net als hijzelf het Duitse verleden met zijn vele sagen verheerlijkte.
In de nabijgelegen burcht Hohenschwangau kwam Ludwig voor het
eerst in contact met Wagner. De tuin van het slot bevat heerlijke bronnen. Er
is de Mariabron als symbool van de christenheid, de leeuwenbron geïnspireerd
door het Alhambra, een bad dat verwijst naar de antieke oudheid.
Ludwig was een koning die niet wilde vechten. Reeds twee
jaar na zijn aantreden in 1864 werd zijn land door de Pruisen ingenomen en werd
hij een soort marionettenkoning. Daarop spendeerde hij zowat de hele Beierse
staatskas aan zijn droomkastelen Neuschwanstein en Linderhof, waar hij omgevingen
creëerde zoals de Venusgrot als blijvende decors voor de werken van Wagner.
Zijn droom duurde net zolang tot de banken ermee dreigden
beslag te leggen op zijn bezittingen, de regering Ludwig daarop onmondig
verklaarde en opsloot in Schloss Berg. Op 13 juni 1886 verdronk Ludwig II in de
Starnberger See.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten