O, Heidelberg wonderschone stad aan de Neckar. Stad van
Eichendorff en Hölderlin. Joseph Freiherr von Eichendorff kwam uit het verre
Oberschlesien om hier te studeren. Hij was amper negentien jaar oud en raakte
verliefd op Käthchen. Zij woonde in Rohrbach, in een huis recht tegenover ‘Zum
Roten Ochsen’ waar de romantische dichter en zijn vrienden zo vaak verbleven.
Het verhaal doet denken aan Goethe die gedichten schreef
voor Friederike Brion uit Sessenheim. Te voet kwam Eichendorff naar het dorp
van zijn jeugdliefde. Voor haar schreef hij het wondermooie gedicht met de
aanhef ‘In einem kühlen Grunde/Da geht ein Mühlenrad’.
We volgen de Philosophenweg en kijken uit over het
Heidelberger Schloss, gebouwd in rode zandsteen en verder over de hele stad.
Hier kwamen de romantische dichters wandelen in de wijnbergen. De muren van de
terrassen waar de wijngaarden zich ooit bevonden, zijn er nog steeds. Net zoals
de geplaveide weg omhoog. Schichtig vlucht een hagedis voor ons weg.
Hoe heerlijk slingert de Neckar zich tussen de oeroude beboste
bergen. Friedrich Hölderlin, geboren in Lauffen, woonde de laatste 36 jaar van
zijn leven in een toren in Tübingen en keek uit over de Neckar. Hij werd er
opgevangen door een timmerman, een bewonderaar van zijn werk.
Wat is het heerlijk toeven aan de oever van deze rivier. Af
en toe vaart een vrachtschip voorbij. Waar naartoe heb ik het raden naar. Net
als wij zochten de romantische dichters het water op. Of de inspirerende sfeer
van ruïnes, zoals die van het Schloss. Zij wandelden rond meren. Hielden van de
woeste natuur van de bergen.
Wat was het een verademing om na de bergen te belanden aan
de Bodensee. De rust van het water. Zo eindigt onze tocht aan het begin van de
zomer. Aan de oever van de Neckar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten