Reiger in de stad (foto MDB) |
‘Kijk daar heb je de bruine eend,’ roept Nomade verrukt uit.
Twee dagen lang waren we op zoek naar de wijfjeseend. Ze
werd achternagezeten door twee of drie bontgekleurde mannetjes. Afhankelijk van
de lichtinval kleurt hun kop groen of blauw. Rond de nek van de wijfjeseend
herkenden we de groene rubberen ring.
Twee dagen geleden verkeerde de wijfjeseend in grote nood.
Op de een of andere manier had ze een rubberen ring ingeslikt. Of net niet.
Want de ring knelde in haar bek en om haar hoofd. Wanhopig probeerde het dier
zich van het rubber te bevrijden. Gelukkig speelde het gebeuren zich af in de
nabijheid van het Vogelasiel. Zodat ik met mijn fiets onder de spoorwegbrug
door reed. En het water overstak om de medewerkers van het Vogelasiel te
alarmeren.
‘Het was een wreed tafereel,’ beschreef Nomade het voorbije voorval bij mijn terugkeer. ‘Twee meerkoeten pikten de hele tijd op het dier in.’
‘Het was een wreed tafereel,’ beschreef Nomade het voorbije voorval bij mijn terugkeer. ‘Twee meerkoeten pikten de hele tijd op het dier in.’
Het deed mij denken aan een van de meest aangrijpende films
van Werner Herzog: ‘Auch Zwerge haben klein angefangen’. Daarin nemen dwergen
die in een inrichting verblijven de macht over. Ze gijzelen hun opvoeder. In
een orgie van boosaardigheid kwellen zij hun blinde lotgenoten. Alles moet
eraan geloven. De lievelingspalmboom van de directeur. Ondertussen toont Herzog
beelden uit de dierenwereld. Een kip die genadeloos door de andere kippen wordt
afgemaakt.
Ondertussen kwam de vogelvanger met een reusachtig net aangedraafd.
Vooraf verontschuldigde de vogelvanger zich voor een kwetsuur aan de voet.
Waardoor hij niet in staat bleek de onfortuinlijke eend in zijn net te
strikken.
‘In zo’n geval wachten we meestal tot de dieren voldoende verzwakt zijn,’ zegt hij. De vogelvanger vertelt verder over de vele interventies die zij moeten doen. Over een roofvogel die in een fabrieksloods is terechtgekomen. Of een jonge vos die vastzit in een stenen buis. Die naderhand moet worden open geslepen.
‘In zo’n geval wachten we meestal tot de dieren voldoende verzwakt zijn,’ zegt hij. De vogelvanger vertelt verder over de vele interventies die zij moeten doen. Over een roofvogel die in een fabrieksloods is terechtgekomen. Of een jonge vos die vastzit in een stenen buis. Die naderhand moet worden open geslepen.
Nomade verdiept zich in het werk van Hermann Hesse. Ik las Siddhartha.
En de Steppenwolf. Waarvan ik mij vooral herinner hoe Harry Haller zichzelf
voorhoudt dat er op zijn vijftigste nog altijd de zelfmoord rest.
Toen ik het boek op mijn twintigste las, leek vijftig
ongelooflijk ver weg. Als je vijftig bent, heb je toch al voldoende meegemaakt,
zo dacht ik toen.
We praten over kunst en literatuur.
‘Voor mij moeten de kunsten een wereld van harmonie
scheppen,’ betoog ik. ‘Er is al genoeg chaos in de wereld.’
Ik heb dan ook een uitgesproken romantische visie op de
kunst.
‘De vrijheid Volpe,’ zegt Nomade, ‘laat dat ons volgende
thema zijn.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten