Blauwe bosbes (foto MDB) |
Myrtilles
Wat is het vreemd naar onze kampeerplaats te trekken nu de
camping officieel is geopend. We zijn niet langer een van de weinige bewoners.
Vanaf nu wordt de camping bevolkt door allerlei rondtrekkende kampeerders.
Zoals het oudere koppel waarvan de man de hele namiddag zat te zonnen.
Bovendien hebben we onze plaats boven op de heuvel moeten verruilen voor een plek aan de overkant van het straatje. Ik mis het avondlijke uitzicht over het dal waar het kleine stadje Spa zich bevindt. Maar er zijn nog altijd de vele geluiden van de vogels. En het prille begin van de lente.
Bovendien hebben we onze plaats boven op de heuvel moeten verruilen voor een plek aan de overkant van het straatje. Ik mis het avondlijke uitzicht over het dal waar het kleine stadje Spa zich bevindt. Maar er zijn nog altijd de vele geluiden van de vogels. En het prille begin van de lente.
‘Kijk dit zijn myrtilles,’ zegt Nomade. Zij wijst op
minuscule vruchten in de knop. Bij aankomst maakten wij een wandeling langs het
riviertje door het bos. We waren verrukt bij het zien van wilde anemonen.
Dennen groeien om ter hoogst. Ze doen mij denken aan de torenhoge bomen in de
Landes. De duinbossen vlak bij de zee. Waar onze zoon als een jonge zeehond telkens
weer de wilde golven in dook.
Gisteren waren wij in het Turks muziekcafé Mızrap. Op de
muur was een portret geschilderd van Aşık Veysel. En een fragment uit zijn
bekende lied ‘Uzun ince bir yoldayım’.
‘Gidiyorum gündüz gece. Bilmiyorum ne haldeyim.’
‘Dag en nacht trek ik verder. In welke toestand weet ik
niet.’
Rondtrekken. Op zoek naar avontuur. Langs trage wegen. Steeds
verder. Het is als een metafoor van het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten