Bos in de omgeving van la Source (foto MDB) |
Tombe la neige
Bruno is de meest melancholieke figuur die ik
ken. Op maandag staat hij niet zoals gewoonlijk in de keuken. Of achter het
reusachtige haardvuur dat tegelijk dienst doet als grill. Dan staat Bruno vóór
zijn toog in de plaats van erachter. Boven op de toog staan alle biermerken
uitgestald die je hier kunt krijgen. De verschillende soorten trappist
natuurlijk. Rochefort van 10 graden bijvoorbeeld. Het hemelse vocht dat Bunker
indertijd met kleine smakjes op zijn tong proefde. En dat tot zijn afgrijzen door
een Hollandse barman in een enkele woeste beweging in een niet eens daartoe
bestemd glas voor ons werd uitgeschonken. Dat was na de Gentse Feesten. Toen we
naar jaarlijkse gewoonte gingen uitrusten in de Ardennen.
Bobeline is hier een van de meest populaire
biersoorten. Het flesje heeft een aardige art nouveau tekening. En het bier is
gebrouwen met het bronwater van het stadje.
Toen we gisteren na aankomst volgens traditie
gingen souperen in de Source zat Bruno te midden van zijn vrienden aan een tafeltje voor de toog. Zoals
gewoonlijk droeg hij zijn witte kokshemd. Op de grill lagen twee reuzegrote Milanese
osso bucco’s.
In de eetzaal weerklonk ‘Ne me quitte pas’ van
Jacques Brel. Daarna ‘Paroles, paroles’ van de Egyptisch-Franse zangeres met de
donkere stem Dalida.
‘Dat zijn onze cassetjes!’ riep Nomade uit. In
onze oude Volvo speelt nog altijd een oude cassetterecorder. Zij het van de
derde generatie.
Net als wij houdt Bruno vast aan het Franse
chanson uit de jaren zestig, zeventig.
Deze scène zal ik nooit vergeten. We
logeren in de Source. Het is winter. Bruno zit zoals gewoonlijk voor zijn toog.
Het begint te sneeuwen. Hoe het komt weet ik niet maar plots schalt uit zijn
muziekinstallatie Adamo met ‘Tombe la neige’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten