scène 5
Marijn op de stoel
dokter in witte jas neemt
bloeddruk
Marijn
mijn soldatenmeiske
dat was mijn grote liefde…
maar op ne keer
zag ik haar zitten
in een soldatencafé
ze zat daar aan den toog
ze moet een hoerken geweest zijn
sedertdien heb ik een afkeer gekregen van hoeren
jaren daarachter ben ik nog een keer teruggegaan
naar Duitsland
naar waar ze woonde
’t was haar moeder die opendeed
ze ging met mij mee naar boven
Susanna was niet thuis
ze toonde mij een kind in zijn wiegske
ze zei: da ist der Kleine
ik heb in mijn leven
tientallen vrouwen gehad
en drie grote liefdes
Dokter, die pillen die ge mij de vorige keer hebt gegeven
tegen de zenuwen
het gaat nu niet meer
allez, toch niet genoeg om een vrouw te bevredigen
Marijn leunt op een
wandelstok
zegt als het ware zijn
testament op
dokter onderzoekt hem
ondertussen verder
luistert met
stethoscoop
voelt aan pols
sedert mijn zestien jaar ben ik alle dagen van mijn leven
naar boven geweest
ik heb wreed veel gedronken
mijn vader was veehandelaar
hij dronk en spuwde stukken van zijn lever uit
daarop dronk hij nog
voort
ik was een klein manneken
en hij zei tegen mij:
nu verstaat ge mij niet
maar later zult ge mij wel verstaan
ik ben gestopt met drinken
toen dat ze mij gevonden hebben in het park
ik had gal gespuwd
en ik heb daar de ganse nacht gelegen
van dan af heb ik gezegd
dat ik nooit meer zou drinken
nog niet lang geleden heb ik
weer een jeugdliefde tegengekomen
de meesten van mijn oude kameraden zijn dood
mijn stamcafé was naast de Minard
met die trapkes op
op nen avond heeft de bazin
haar slipken uitgedaan
en mij achter haar toog getrokken
Dokter
Ademt een keer diep in en uit
Marijn
zucht diep
ik hielp haar mee
in haar café
haar man is
uitgeweken naar Amerika
ik heb haar daarachter nooit meer gezien
Ik herken precies die Marijn Voske
BeantwoordenVerwijderen