opgedragen aan mijn vriend
R.
personages: Marijn, Scholmiester, Susanna en vele andere
DEEL EEN
scène 1
decor: een lange ouderwetse sofa, de leuningen
glimmen, een harde houten stoel, een radio met grote knoppen Grundig, groen
lampje, een marmeren klok bestaande uit drie delen
zeer traag geluid van
een metronoom
Marijn ligt op de
sofa, onder een wit laken tot aan de kin
Scholmiester
ge hebt ons toch weer goed liggen gehad
ja jong…
en… zijn er hier wat
schone verpleegsters?
tegen onbekende
hij reageert
kijk, hij doet zijn ogen open
’t is gelijk dat hij lacht
en hoe lang moet ge hier nog blijven?
als ’t er wat is, laat het ons dan weten, hè Marijn?
Marijn?
w’ hebben bloemen meegebracht
zou ‘d er hier een vaas zijn, denkt ge?
‘k zal ‘t een keer aan een van de zusters vragen
ge ligt gij hier zo slecht nog niet
tegen denkbeeldige
verpleegster
en wat denkt ge?
’t is gelijk dat hij mij hoort
hij heeft zijn ogen opengedaan
en hij heeft gelachen
een schone verpleegster, Marijn
g’ hebt gij weer chance
Allez ‘k ga ne keer gaan zien
houd u goed en tot de volgende keer hé
draag goed zorg voor de bloemen
ze staan in een schone vaas
hij heeft gelachen
ik ben ’t zeker dat hij gelachen heeft
en hij heeft zijn ogen opengedaan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten