scène 6
kerstavond, zeer koud, Marijn zit in de sofa, heeft dikke winterjas aan
op zijn knieën
Scholmiester, ruimt sneeuw met een vuilnisblik
Marijn
maar laat dat toch zijn
om de liefde Gods
’t is vanzelf gekomen
’t zal wel vanzelf weggaan ook
‘k ben gevallen
met uw eten in mijn hand
’t is allemaal uit de pot gevallen
in de sneeuw
gans diene kalkoen die uw vrouw zo
schoon heeft klaargemaakt
maar ‘k heb hem opgeraapt
en weer in de pot gestoken
tesamen met de kroketten
mijn moeder maakte altijd kalkoen
gereed op kerstavond
dat is nu al de tiende keer dat ik op kerstavond
bij u kom
daarvoor bracht gij altijd het eten bij ons thuis
weet ge nog?
dan leefde Mariëtte nog
ze kon niet slikken
en daarom mixte uw vrouw dat allemaal
maar laat dat nu toch zijn, Scholmiester
’t is vanzelf gekomen
en ’t zal wel vanzelf weer weggaan!
Scholmiester
hoe meer dat ik schep
hoe meer dat er gelijk weer bijkomt
wat hebt gij daarmee uitgestoken
‘k zal ne keer voelen onder de drempel
Scholmiester voelt met
zijn hand diep onder een denkbeeldige drempel
haalt een vod tevoorschijn
Ah, ’t is die vod die alles verstopt heeft
Nu begint de ellende
pas goed
Marijn
oei oei, steekt zere die vodde weer
ik heb ze onder dienen drempel gestoken
tegen d’ overstromingen
laat het zijn
laat het toch zijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten