Detail fontein Casino (foto MDB) |
Het theaterfestival van Spa. Ontmoeting met Véronique
Dumont. Zij spreekt met haar handen. Véronique Dumont is wat ze hier een
comédienne noemen. Zij is actrice en theatermaakster en schreef het stuk ‘Album
ou Les Chevaliers’.
Het stuk begint met een Monty Pythonachtige scène. ‘We are the knights who say ni!’ Bij Véronique Dumont passeert een reeks knullige ridders met houten zwaarden de revue. Onder de ridders ontstaat een Babylonische spraakverwarring.
Het absurdisme is de kern van de scènes die hierop volgen. Een na een komen de levensfasen van de mens aan bod. Telkens is het thema het niet begrepen worden. Tot de dood erop volgt. In de vorm van een executie na een kafkaiaans aandoend proces.
De dood opvoeren op scène. Het leidde tot protest bij enkele oudere toeschouwers tijdens de ontmoeting met de actrice en schrijfster. Alhoewel de dood al in het middeleeuwse theater een vaste verschijning is. In Elcerlyc bijvoorbeeld.
Onze buren op de camping komen elk jaar naar dit theaterfestival. De man heeft dan ook een groot deel van zijn leven gewerkt in het Théâtre National in Brussel. Hij kent zowat alle acteurs en actrices die hier optreden. De man gaat prat op zijn ontmoeting met Dario Fo.
‘Il a reçu le prix Nobel,’ zeg ik.
‘Ah, mais le pape, lui il n’était pas content,’ antwoordt de man.
Daarop vertel ik hoe Nomade en ik door Dario Fo bij elkaar zijn gebracht.
Zij werkte bij het Brialmonttheater in Brussel en was op zoek naar handboeien voor het theaterstuk ‘De toevallige dood van een anarchist’ van Dario Fo. Toen we elkaar na een lange tijd toevallig op straat ontmoetten. Samen trokken we naar de gevangenis aan de Nieuwe Wandeling. Waar we bot vingen. Maar het hartverscheurende verhaal over mijn eenzaamheid vond ingang bij haar. Zodat zij mij enige tijd later vroeg of ik zin had om haar in het gemeenschapshuis waar ze toen woonde te vervoegen.
De theaterman en zijn Siciliaanse echtgenote verblijven op de camping in dezelfde caravan waarmee wij dertig jaar geleden rond tuften. Achter het stuur van mijn oude Volvo droeg ik een donkere hoed. Aan de overkant van de autostrade namen rondtrekkende Roma als teken van groet en herkenning tijdens het rijden hun hoed voor ons af.
Het stuk begint met een Monty Pythonachtige scène. ‘We are the knights who say ni!’ Bij Véronique Dumont passeert een reeks knullige ridders met houten zwaarden de revue. Onder de ridders ontstaat een Babylonische spraakverwarring.
Het absurdisme is de kern van de scènes die hierop volgen. Een na een komen de levensfasen van de mens aan bod. Telkens is het thema het niet begrepen worden. Tot de dood erop volgt. In de vorm van een executie na een kafkaiaans aandoend proces.
De dood opvoeren op scène. Het leidde tot protest bij enkele oudere toeschouwers tijdens de ontmoeting met de actrice en schrijfster. Alhoewel de dood al in het middeleeuwse theater een vaste verschijning is. In Elcerlyc bijvoorbeeld.
Onze buren op de camping komen elk jaar naar dit theaterfestival. De man heeft dan ook een groot deel van zijn leven gewerkt in het Théâtre National in Brussel. Hij kent zowat alle acteurs en actrices die hier optreden. De man gaat prat op zijn ontmoeting met Dario Fo.
‘Il a reçu le prix Nobel,’ zeg ik.
‘Ah, mais le pape, lui il n’était pas content,’ antwoordt de man.
Daarop vertel ik hoe Nomade en ik door Dario Fo bij elkaar zijn gebracht.
Zij werkte bij het Brialmonttheater in Brussel en was op zoek naar handboeien voor het theaterstuk ‘De toevallige dood van een anarchist’ van Dario Fo. Toen we elkaar na een lange tijd toevallig op straat ontmoetten. Samen trokken we naar de gevangenis aan de Nieuwe Wandeling. Waar we bot vingen. Maar het hartverscheurende verhaal over mijn eenzaamheid vond ingang bij haar. Zodat zij mij enige tijd later vroeg of ik zin had om haar in het gemeenschapshuis waar ze toen woonde te vervoegen.
De theaterman en zijn Siciliaanse echtgenote verblijven op de camping in dezelfde caravan waarmee wij dertig jaar geleden rond tuften. Achter het stuur van mijn oude Volvo droeg ik een donkere hoed. Aan de overkant van de autostrade namen rondtrekkende Roma als teken van groet en herkenning tijdens het rijden hun hoed voor ons af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten