Jef Nys, Paus Johannes XXIII (foto MDB) |
Johannes XXIII
Wat hield ik van de heiligenlevens van de tekenaar Jef Nys.
Ik verslond ze allemaal. De trek naar China over Z.E.P. Verbist, stichter van
de missie van Scheut. Zo staat het op het eerste blad. Jef Nys noemde zich toen
Jozef Nijs. Misschien om het sérieux van zijn verhalen te benadrukken?
We stonden op het kerkplein na de zondagsmis. Mijn vader
sloeg een praatje met iemand van onze parochie. Maar ik zat met mijn hoofd in
de wereld van de missionarissen. Het waren stoere mannen die het geloof gingen
verkondigen in het verre China. Ze worstelden er met de taal. En met de koude
vooral. Ik zag ze in hun dikke wollen kleren. Te paard door het ruwe landschap.
Veel vrolijker dan de gevaren en ontberingen die ook de
Grote Zwartrok alias pater De Smet moest doorstaan was het levensverhaal van
Paus Johannes XIII.
‘Het kleine dorp, Sotto il Monte, in de streek van Bergamo in
Italië, ligt rustig onder een kille herfstlucht’ zo begint het verhaal. We
worden onmiddellijk ondergedompeld in een bergachtige omgeving met
alleenstaande boerderijen.
‘Proficiat, vader Roncalli, proficiat!’ roept vrouw Rosa uit.
‘Een flinke zoon !’
De passages die mij bijbleven waren die waarin de vader
samen met de dooppeter en meter ’s avonds om tien uur in de stromende regen
naar het huis van de pastoor trekt. Het kind wordt immers nog de dag van zijn
geboorte gedoopt.
Catherina, het oudere zusje, dat voor de kleine Angelo
zorgt. Maar op vijfjarige leeftijd aan een longontsteking sterft. We zien hoe de
grafdelver het graf met aarde dichtgooit. Rond de kerk staan allemaal
eenvoudige houten kruisen.
Maar dan is het lente. In een idyllisch landschap met cipressen
spelen Angelo en zijn jongere broer Saverio samen met hun vrienden
verstoppertje. Wanneer ze Angelo ontdekken in de kerk, vragen de jongens zich af
of hij later misschien pastoor wil worden.
Het verhaal zit vol met dergelijke vooruitwijzingen. Al op
weg om gedoopt te worden zegt vader Roncalli dat zijn zoon een geleerde man
moet worden.
‘Haha,’ zegt vrouw Rosa daarop, ‘waarom geen pastoor, of
bisschop of paus!’
In de strip wordt een idyllisch beeld getoond van het
landelijke Lombardije. Met grote, katholieke gezinnen. Die leven van het werk
op het land. Het is een grote eer wanneer een van de zonen uit zo’n groot gezin
‘de roeping voelt om priester te worden’.
Het katholieke Italië. Het land van de paus. Het moest een voorbeeld
zijn voor het landelijke Vlaanderen uit het begin van de jaren vijftig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten