Appelsienen Plantentuin Gent (foto MDB) |
Felix Timmermans
Nomade dubt over de vraag wat haar vroegste beeld van Italië
heeft bepaald. Zijn het de vertelplaten met de heiligenlevens? Heel wat
heiligen komen alvast uit het land: Franciscus van Assisi, Antonius van Padua
enzovoort.
‘Wat heeft bij mij dat positieve beeld van Italië
opgeleverd,’ vraagt zij zich af. ‘Is het de natuur misschien? Je moet weten dat
ik mij als kind van de buiten opgesloten voelde in de kloosterschool in de
stad. Ik kreeg er muziekles van een nonnetje dat zelf van de buiten afkomstig was.
Ze leerde mij allerlei liedjes over de natuur. Aan de muur hing een kooi met
een geel kanariepietje. Het beestje was zelf ook gekooid.’
Het is waar. Franciscus van Assisi hield van de natuur, de
vogels en de andere dieren. En ik moet denken aan de tijd die wij in een
Zwitsers klooster doorbrachten samen met onze hond Loebas. Op de binnenkoer was
tegen een smetteloos wit gekalkte muur een reuze grote schildering aangebracht.
Zij stelde een heilige voor omringd door allerlei dieren.
In 1925 reist Felix Timmermans naar Assisi. Van zijn reis
doet hij verslag in ‘Naar waar de appelsienen groeien’. Een titel die naar het
bekende gedicht van Goethe verwijst: ‘Ken je het land waar de citroenen
bloeien’. Het boek is verlucht met tekeningen van hemzelf.
Mooi is het hoofdstukje ‘Dodenverering’. Timmermans
beschrijft er hoe hij samen met zijn vrouw en zijn twee zusters, die hem vergezellen, versteld staat van een scène die
zich afspeelt op het Milanese kerkhof.
Een vrouw vertelt druk gesticulerend alles wat zij heeft
meegemaakt aan haar man. Streelt hem over het gelaat, kust hem innig op de mond
en gaat daarna weer verder met vertellen.
Dat alles zou niet verbazen ware het niet dat de innige kus
die de vrouw haar man toebedeelt, in werkelijkheid een kus is op de mond van
een marmeren beeld.
‘Ik bezie mijn vrouw en zusters, z’ hebben tranen in de
ogen, en we gaan zwijgend weer de trappen af,’ schrijft Felix Timmermans.
En hij besluit: ‘’t Is een ander volk, die Italianen,
heviger van bloed en hart dan wij.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten