Luna in de sneeuw (foto MDB) |
Nanook of the North
‘Het is hier een disaster area,’ bericht ik aan mijn vriend de heer B.
Wie de film Woodstock kent, weet wat deze uitdrukking betekent. Het kleine plaatsje Bethel in de staat New York werd in 1969 overspoeld door maar liefst een half miljoen muziekliefhebbers.
‘We are half a million,’ riep een van de organisatoren tegen de menigte uit, waarop hij een ode afstak aan de geweldloosheid van het gebeuren. En het festival voor vrij verklaarde.
Tegen de overweldigende massa was geen houden aan. Een jongeman van Mexicaanse oorsprong vertelde hoe men dit met termieten oplost.
‘Weet je wat wij doen wanneer er een leger termieten aankomt? We graven een gracht. We doen olie in de gracht en daarna steken we hem in brand.’
Deze nacht was het ijskoud in onze caravan. Het was zo koud dat zelfs onze hond Luna zich geen blijf wist.
‘Zij zoekt warmte bij ons,’ zegt Nomade wanneer Luna zich naast mij op mijn hoofdkussen probeert te nestelen. Als ik het er niet mee eens ben, graaft ze zich een weg doorheen de dekens.
De hond volgt haar instinct. Warmte zoeken bij de soortgenoten. En zich in geval van nood ingraven.
Ik denk aan de stille film ‘Nanook of the North’ uit 1922 van Robert Flaherty. De regisseur volgt het leven van de Inuit Nanook die samen met zijn familie overleeft in een reusachtig gebied in het Hoge Noorden. Het is winter en de ijsschotsen zijn er zo hoog dat ze wel reusachtige bergen lijken. ’s Nachts slapen de honden buiten de iglo die Nanook voor hem en zijn familie heeft gebouwd. Ze zoeken warmte bij elkaar. Zoals ook Nanook en zijn twee vrouwen doen. Zij slapen naakt onder dierenhuiden.
Warmte, licht en voedsel zijn de drie basisbehoeften waaraan een mens moet voldoen. Voedsel en licht zijn geen probleem. Doordat we de stekker van een afwezige campingbewoner hebben uitgetrokken en vervangen door de onze, hebben we licht. In het kleine stadje Spa kocht Nomade heerlijke Luikse gehaktballen. Maar warmte, daar waren we de hele dag naar op zoek. Onze gasfles blijkt door de hels koude temperaturen in een mum leeg te zijn geraakt. Het type waarover wij beschikken is echter nergens in de streek te verkrijgen. Niet in Spa. Niet in Remouchamps. We krijgen het advies om onze gasfles om te bouwen. Misschien is dat niet het beste idee. Het zal dus weer een koude nacht worden.
‘Het is hier een disaster area,’ bericht ik aan mijn vriend de heer B.
Wie de film Woodstock kent, weet wat deze uitdrukking betekent. Het kleine plaatsje Bethel in de staat New York werd in 1969 overspoeld door maar liefst een half miljoen muziekliefhebbers.
‘We are half a million,’ riep een van de organisatoren tegen de menigte uit, waarop hij een ode afstak aan de geweldloosheid van het gebeuren. En het festival voor vrij verklaarde.
Tegen de overweldigende massa was geen houden aan. Een jongeman van Mexicaanse oorsprong vertelde hoe men dit met termieten oplost.
‘Weet je wat wij doen wanneer er een leger termieten aankomt? We graven een gracht. We doen olie in de gracht en daarna steken we hem in brand.’
Deze nacht was het ijskoud in onze caravan. Het was zo koud dat zelfs onze hond Luna zich geen blijf wist.
‘Zij zoekt warmte bij ons,’ zegt Nomade wanneer Luna zich naast mij op mijn hoofdkussen probeert te nestelen. Als ik het er niet mee eens ben, graaft ze zich een weg doorheen de dekens.
De hond volgt haar instinct. Warmte zoeken bij de soortgenoten. En zich in geval van nood ingraven.
Ik denk aan de stille film ‘Nanook of the North’ uit 1922 van Robert Flaherty. De regisseur volgt het leven van de Inuit Nanook die samen met zijn familie overleeft in een reusachtig gebied in het Hoge Noorden. Het is winter en de ijsschotsen zijn er zo hoog dat ze wel reusachtige bergen lijken. ’s Nachts slapen de honden buiten de iglo die Nanook voor hem en zijn familie heeft gebouwd. Ze zoeken warmte bij elkaar. Zoals ook Nanook en zijn twee vrouwen doen. Zij slapen naakt onder dierenhuiden.
Warmte, licht en voedsel zijn de drie basisbehoeften waaraan een mens moet voldoen. Voedsel en licht zijn geen probleem. Doordat we de stekker van een afwezige campingbewoner hebben uitgetrokken en vervangen door de onze, hebben we licht. In het kleine stadje Spa kocht Nomade heerlijke Luikse gehaktballen. Maar warmte, daar waren we de hele dag naar op zoek. Onze gasfles blijkt door de hels koude temperaturen in een mum leeg te zijn geraakt. Het type waarover wij beschikken is echter nergens in de streek te verkrijgen. Niet in Spa. Niet in Remouchamps. We krijgen het advies om onze gasfles om te bouwen. Misschien is dat niet het beste idee. Het zal dus weer een koude nacht worden.
Om de extreme koude te overleven moet je doen zoals de Inuït. Levertraan drinken voor de weerstand en Nomade inwrijven met walvisolie.
BeantwoordenVerwijderen