Ginkgoblaadjes (foto MDB) |
Ginkgo biloba
Ach Nomade, wat een heerlijke tijd beleefden wij in dat
zoete land Italië!
Deze morgen gingen we samen wandelen. We passeerden een
exemplaar van de ginkgo biloba. Een heerlijke herfstkleur straalde uit deze
boom.
‘Het is alsof hij licht geeft!’ zei je.
In de tuin van zijn woning in Weimar plantte Goethe een
exemplaar van deze zeldzame boom. Later verzamelde hij twee van de in de herfst
goudgeel gekleurde blaadjes. En kleefde ze kruiselings onder het gedicht dat
hij in 1815 schreef voor Marianne von Willemer. Dat hij toepasselijk ‘Ginkgo
biloba’ noemde. En waarin hij zijn liefde voor Marianne vergeleek met de
hartvormige blaadjes.
In het gedicht vertelt Goethe hoe dit blad op een
geheimzinnige wijze aanleiding geeft om te onderzoeken. Is er sprake van één levend
wezen dat zich zelf in twee heeft gesplitst? Of zijn het twee afzonderlijke
blaadjes die er zo uitzien dat ze als één geheel verschijnen?
‘Zijn ze beide uitverkoren
dat men ze als één herkent?’
Via de metafoor van het ginkgoblad verwijst Goethe naar zijn
liefde voor de veel jongere Marianne.
‘Voel je niet aan
mijn lied
dat ik één ben en toch weer twee?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten