Still uit Uomini d'Onore (foto MDB) |
De dag van de uil
Opbouw en sfeer van ‘De dag van de uil’ van Leonardo
Sciascia doen mij denken aan het werk van de grote schrijver Gabriel García
Márquez. Ik las in de ‘Generaal in zijn labyrint’ dat is verschenen in het jaar
1989 toen mijn zoontje in de wieg lag.
In het werk van de Colombiaanse schrijver spelen militairen
vaker een hoofdrol. Zo is er ‘De kolonel krijgt nooit post’ over een kolonel op
rust die vergeefs wacht op de postbode die zijn pensioen zou brengen.
‘De dag van de uil’ vertelt het verhaal van kapitein
Bellodi. Hij is afkomstig uit Parma en wordt op het eiland Sicilië
geconfronteerd met een drievoudige moord. Net als in ‘Kroniek van een
aangekondigde dood’ van Márquez krijg je in deze Italiaanse roman een fatale
afwikkeling. Zij het dat ‘De dag van de uil’ begint en niet eindigt met een moord.
Namelijk die op de aannemer Salvatore Colasberna.
De fataliteit bestaat erin dat kapitein Bellodi er weliswaar
in slaagt om de dader en de opdrachtgevers te ontmaskeren. Maar dat je in een
parallel verhaal verneemt dat krachten die het zonlicht schuwen de moord, die
te maken heeft met afpersing, langzaam aan maskeren als een passioneel drama.
Alles draait om het stilzwijgen. Dat is zo grotesk dat het
bijna komisch wordt.
Een man probeert in alle vroegte op de bus te springen
richting Palermo, wanneer hij door twee schoten uit een geweer dodelijk
getroffen wordt. Niemand kan enige aanwijzingen verschaffen. De bestuurder let
alleen op de weg. De conducteur heeft geen weet van het aantal passagiers. En
de broodjesman blijkt tijdens de ondervraging door de carabinieri net als die laatsten
in allerijl te zijn verdwenen.
Hetzelfde thema staat centraal in de liederen van de
historische Ndrangheta.
De zangers hebben het voortdurend over de onschuld van
diegenen die in de kerker zitten. Alleen de verrader die hen aan de galg heeft
gepraat is schuldig.
‘Je bent dus onschuldig zolang niemand weet heeft van wat je
hebt gedaan,’ besluit Nomade.
Er spreekt uit de liederen een onwaarschijnlijke haat tegenover
wie uit de biecht klapt.
‘Er bevindt zich een vogel onder ons, begrijpen jullie?
Een vogel die het zich veroorlooft om te kwetteren
Vrienden, dat is een schoft
Een man houdt zijn mond
Breng onze vriend deze boodschap
Zodat de vogel nooit
meer zingt
En zeg aan die bastaard
Dat zijn kist al getimmerd is.’
(A ‘mbasciata/ De boodschap)
De titel van de roman ‘De dag van de uil’ verwijst naar een
citaat van Shakespeare.
‘… and,
like the owl by day,
If he
arise, be mock’d and wonder’d at…’
Shakespeare, Henry VI
De schrijver gebruikt het als motto voor zijn boek. Het is
een literair citaat dat een zeker welbehagen schept. Een uil die overdag
verschijnt is een zeldzaam spektakel. Tegelijk is het dier weerloos. De uil
komt de toeschouwer bijna komisch voor.
De activiteiten die Leonardo Sciascia beschrijft spelen zich
echter niet bij daglicht af.
Dat wordt pijnlijk duidelijk in zijn nawoord. Hij heeft,
nadat hij zijn roman heeft voltooid, vooral heel veel geschrapt: personages,
scènes. In tegenstelling met de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk of Zweden
spot je in Italië niet met de macht, schrijft hij.
En dat zullen we moeten slikken, zegt hij nog, zoals
vroegere gezanten in een gedicht van Giuseppe Giusti een perkamentrol met
inbegrip van lood en zegel moesten opeten.
Io zitto fino al giorno della mia morte in modo da non sputare sulla mia tomba.
BeantwoordenVerwijderen