Villa met zicht op zee Ventimiglia |
De lach van de lange magere man zal ik nooit vergeten.
‘Fortuna,’ zei hij wanneer hij met een raampje kwam van de juiste afmetingen. We hadden de raampjes van onze caravan namelijk aan de buitenkant gemeten. En niet zoals gebruikelijk de raamopening. Met z’n drieën stonden ze ons op te wachten aan de rand van Torino. Eerst waren we een ongelooflijk uitgebreid kampement van Roma gepasseerd op een even uitgestrekte vuilnisbelt. Daarna kwamen we aan in de werkplaats van Adria caravans.
‘Ah, this is Slovenia,’ zei de eigenaar van de werkplaats eerst. Tot bleek dat wijzelf ons vergist hadden. Toen kwam de lange magere man met zijn brede glimlach op de proppen.
‘Aspettare cinque giornate,’ zei ik ‘y ora cinque minuti!’
De man van Fortuna had het duidelijk voor mij. Hij deed mij denken aan een van de hoofdrolspelers uit “Time of the gipsies” van Emir Kusturica. De jongen met zijn dikke brillenglazen die zo mooi accordeon speelt. En een kalkoen als lievelingsdier koestert. Tot hij op een bepaald ogenblik door zijn gokverslaafde nonkel een heerlijke maaltijd wordt voorgeschoteld. Wat uiteindelijk de kalkoen blijkt te zijn. Dat ontdekt hij pas wanneer hij tevergeefs zijn huisdier met zoete woordjes probeert te lokken.
Vandaag zijn we in een heel andere wereld beland. Het regent nog altijd pijpenstelen. Maar de seizoenen zijn hier duidelijk vooruit. De citroenen hangen aan de bomen. Het lijkt wel het Aards Paradijs. Ventimiglia. Op drie kilometer van Menton. De laatste stad van Italië.
Alsof de Italianen zich hier koste wat kost aan de weldaden van hun land willen vastklampen, kun je in het plaatselijke supermarktje het heerlijkste eten en drinken kopen.
We deden ons vanavond te goed aan pikante olijven, ansjovis, kleine inktvisjes en kaas met pepertjes. Overgoten met een sterke Sardische wijn.
‘Geloof mij, Johan,’ zegt Nomade, ‘we gaan Italië missen.’
‘Fortuna,’ zei hij wanneer hij met een raampje kwam van de juiste afmetingen. We hadden de raampjes van onze caravan namelijk aan de buitenkant gemeten. En niet zoals gebruikelijk de raamopening. Met z’n drieën stonden ze ons op te wachten aan de rand van Torino. Eerst waren we een ongelooflijk uitgebreid kampement van Roma gepasseerd op een even uitgestrekte vuilnisbelt. Daarna kwamen we aan in de werkplaats van Adria caravans.
‘Ah, this is Slovenia,’ zei de eigenaar van de werkplaats eerst. Tot bleek dat wijzelf ons vergist hadden. Toen kwam de lange magere man met zijn brede glimlach op de proppen.
‘Aspettare cinque giornate,’ zei ik ‘y ora cinque minuti!’
De man van Fortuna had het duidelijk voor mij. Hij deed mij denken aan een van de hoofdrolspelers uit “Time of the gipsies” van Emir Kusturica. De jongen met zijn dikke brillenglazen die zo mooi accordeon speelt. En een kalkoen als lievelingsdier koestert. Tot hij op een bepaald ogenblik door zijn gokverslaafde nonkel een heerlijke maaltijd wordt voorgeschoteld. Wat uiteindelijk de kalkoen blijkt te zijn. Dat ontdekt hij pas wanneer hij tevergeefs zijn huisdier met zoete woordjes probeert te lokken.
Vandaag zijn we in een heel andere wereld beland. Het regent nog altijd pijpenstelen. Maar de seizoenen zijn hier duidelijk vooruit. De citroenen hangen aan de bomen. Het lijkt wel het Aards Paradijs. Ventimiglia. Op drie kilometer van Menton. De laatste stad van Italië.
Alsof de Italianen zich hier koste wat kost aan de weldaden van hun land willen vastklampen, kun je in het plaatselijke supermarktje het heerlijkste eten en drinken kopen.
We deden ons vanavond te goed aan pikante olijven, ansjovis, kleine inktvisjes en kaas met pepertjes. Overgoten met een sterke Sardische wijn.
‘Geloof mij, Johan,’ zegt Nomade, ‘we gaan Italië missen.’
Tu e siamo italiani
BeantwoordenVerwijderen