donderdag 25 juli 2019

Slotlied van Selda Baǧcan op de Gentse Feesten


Yaz gazeteci yaz (Selda Baǧcan)

Schrijf journalisten, schrijf

In godsnaam journalisten kom naar ons dorp en schrijf over onze situatie
Schrijf niet over de vingers met nagellak die je ziet in de stad
Schrijf over de handen met eelt in onze dorpen
Schrijf journalisten, schrijf

Schrijf niet over de bankiers, de mannen met geld
Loop niet in hun val
Schrijf niet over het asfalt in de steden
Schrijf over de paden in ons dorp en hoe de ezels er niet doorkomen

Schrijf niet over de verstikkende taal van de roem
Schrijf niet over de rozen in je tuin
Schrijf niet over de jonge handen die hebben gedood op plaatsen waar het recht niet heerst
Schrijf over zij die in het oosten sterven zonder dokter
Schrijf journalisten, schrijf

(vertaling Johan De Vos)

maandag 22 juli 2019

Lied van Selda Baǧcan, de Ster van de Oriënt, de Turkse Maria Farantouri


Öyle bir yerdeyim ki
Bir yanım mavi yosun dalgalanır sularda

Dostum dostum güzel dostum

Bu ne beter çizgidir bu
Bu ne çıldırtan denge

Yaprak döker bir yanımız
Bir yanımız bahar bahçe


Op welke plaats bevind ik mij
Blauwe mossen golven in het water

Kameraad, o mooie kameraad

Wat is dit voor een slechte lijn
Welk krankzinnig systeem is dit

Bladeren vallen naar beneden
In de tuin is het lente

(vertaling Johan De Vos)

zaterdag 20 juli 2019

Zomerverhalen



O weldaad van de regen
Door donkere luchten
Aangekondigd
En geroffel van tribale drums

Zachte regen
Je voert me mee
Naar mijn kindertijd
Treurig kijkend
Door het raam

Weldaad voor de geest
Die mijn ziel reinigt
O heerlijke, van licht
Zwangere zomerregen



woensdag 3 juli 2019

Zwitsers intermezzo (slot)

De berghelling
Bezaaid met duizend bloemen
In bonte kleuren

Daaronder de zachte
Rimpeling van het bergmeer
Erboven de blauwe gletsjerwand

O wisselend lot van de mens
Hoe gelijk je op
Het bergmeer
Onder aan de gletsjerwand

dinsdag 2 juli 2019

Zwitsers intermezzo


Steenbok

Hoe de steenbok
Zijn geringde hoorns
Achterover werpt
Tot de sprong bereid

De kop naar voren
Tegen de tralies beukt
In twee drie sprongen
Boven op de rots

De jongen schijnbaar
Achteloos

Kracht
Van de natuur
En louter zijn

maandag 1 juli 2019

Zwitsers intermezzo


Scheideregg 
Staande voor
De gletsjer
Een eeuwenoud
Beschouwen

Bij avond
Versluieren
Donkere wolken
De berg

Naderende
bliksemflitsen en
Suizende wind
door het dal

O grootheid van de natuur






zondag 30 juni 2019

Zwitsers intermezzo

Bergglühen

Boven de toppen
Heerst rust
Van de bergbeek
Hoor je
enkel geruis
De wind zwijgt stil

Hoe lijkt mijn ziel
Op deze avondstond


zaterdag 29 juni 2019

Zwitsers intermezzo

Goethe in Brienz

Bij dag stort de waterval
Zoals het leven
Naar beneên

Dan komt de avond
En strooit roze licht
Over de kam

’s Nachts schitteren
Duizend sterren
Ik voel me Lao Tse

vrijdag 28 juni 2019

Zwitsers intermezzo


Zeldzaam is het
In nevels te wand’len
Het dagboek van Goethe
In de hand.

Waterval bergmeer
Of moor
Niets houdt ons tegen

Tot ons verrukt
De blauwe
Gletsjerwand.


Zwitsers intermezzo

In het land van Wilhelm Tell
Daar bloeit de hoogcultuur
Thomas Mann en Hesse
Goethe Schiller
Allen waren er verenigd.
Rousseau werd hier bijna gestenigd!

De cultuur heb ik
Verworven:
Romeo und Julia
Auf dem Dorfe.

donderdag 27 juni 2019

Zwitsers intermezzo



In het land van Wilhelm Tell
Daar bloeien duizend bloemen
Alpenrozen, Schneewittchen
En boterbloem
Die Luft ist da gesund!

En hoog in de bergen
Voorbij de zeven dwergen
Zowaar de bonte Türkenbund!

zaterdag 22 juni 2019

Hilal

De avond
brengt de koele maan
een nachtegaal die zingt
en rust die neêrdaalt

Over jou
de nacht die valt
je wenkbrauwen
de nieuwe maan

zondag 5 mei 2019

Lenteverhalen


Kiezel

Wat een beelden brengt de veertigjarige dichteres met de gebroken stem samen in slechts enkele zinnen! Ik zie hoe ze ’s nachts onderweg is met de auto. Daarbij mijmert over hoe een enkele kiezelsteen genoeg is om haar wagen van de weg af te krijgen.
Oh wat verlang ik naar de duistere onverlichte wegen van Anatolië! De uitgestrekte verschroeide aarde waar maar geen einde aan komt. Tegen de berghelling een kudde schapen. Ossen die het land bewerken.
Soms ben ik alleen maar moeder, zegt de veertigjarige dichteres. Het is de hoogste tijd om de baǧlama van onze muzikant uit de wagen te halen. Ze maant mij daarbij aan om dringend te vertrekken. We bevinden ons in een erfgoedbibliotheek. En bewonderen de eeuwenoude drukken. Over vijfhonderd jaar zal ook ons werk in deze bibliotheek te bewonderen zijn, zeg ik.
Maar ondertussen is er de weemoed. Die nog wordt versterkt door de hevige lentegeuren. Ik eet ingemaakte groenten en warm ze per vergissing op in olijfolie.
Een enkele kiezel is genoeg om je van de weg af te krijgen.