donderdag 8 juni 2017

Reis naar Italië



Galerij Berghotel Schatzalp, Davos (foto MDB)
De Toverberg

Wat is het ’s avonds heerlijk toeven tussen de bergen. Aan de ene kant van de vallei maakt de bergketen zich klaar voor ‘l heure bleue, een fenomeen dat Goethe zo mooi beschreef in zijn Gesprekken met Eckermann. Ondertussen worden de flanken aan de oostzijde beschenen door het laatste zonlicht.
Vandaag waren we in Davos. Berghotel Schatzalp. Voor zijn beroemde roman ‘Der Zauberberg’ uit 1924 inspireerde Thomas Mann zich op dit voormalige sanatorium. In het lijvige boek ‘Berghof’ genoemd.
De jonge wat naïeve Hans Castorp komt er om zijn neef te bezoeken. Maar zal er nadat er een vochtige plek op een van de longen is vastgesteld zeven jaar verblijven. Tot aan het begin van Wereldoorlog I.
Hans Castorp wordt in deze besloten wereld van het sanatorium heen en weer geslingerd tussen de filosofieën van de conservatieve jezuïet Naphta enerzijds en de ideeën van de verlichte humanist van Italiaanse afkomst Settembrini anderzijds. Tot hij verdwaald in de sneeuw uiteindelijk tot het inzicht komt dat de mens omwille van de goedheid en de liefde de dood niet heer en meester mag laten worden over zijn gedachten.
‘Der Mensch soll um der Güte und Liebe willen dem Tode keine Herrschaft einräumen über seine Gedanken’.

Wat ben ik blij dat ik op deze plek mag vertoeven. Lang geleden las ik het boek in een tweedelige Duitse uitgave. De filosofieën en de sfeer van een van de wereld afgezonderde toverachtige plaats zal ik nooit vergeten.
Hoe inspirerend is dit hoog gelegen berghotel. Met zijn tientallen  kamers, waarvan de balkons aan de dalzijde van elkaar zijn afgesloten door een rood geverfde houten afscheiding. En wat een zicht op de bergen en de vallei!
Op de uitgestrekte overdekte galerij ondergingen de tbc-patiënten in elk seizoen de verplichte buitenkuur. In lange rijen rietstoelen die naast elkaar stonden opgesteld.
Wat een prachtige kleuren rood en groen vertoont deze vleugel van het hotel. Met in grote letters ‘Berghotel Schatzalp’ Links en rechts een monumentale ingang die herinnert aan die van de Egyptische piramides. Aan de bergzijde gestileerde bloemmotieven en pauwen. De statige vogels die symbool staan voor het oosten.
Naast het hotel bevindt zich Villa Guarda of het ‘Ärztehaus’. Hier kwamen de patiënten op consultatie. En werd over hun lot beslist.

woensdag 7 juni 2017

Reis naar Italië



Interieur met rotswand Waldhaus Sils (foto MDB)
Sils-Maria

Thusis in Oberengadin. Bij het vallen van de avond tekenen de bergtoppen zich scherp af tegen het licht van de ondergaande zon. Zoals op de schilderijen van de Italiaanse impressionistische schilder Giovanni Segantini. Hij ontwierp de voorpagina van de Italiaanse vertaling van het werk van Nietzsche: ‘Verkündigung der Wahrheit’. Die werd echter geweigerd door Elisabeth Förster-Nietzsche.
Vandaag reden we over de Julierpas naar Sils-Maria. Het hoog gelegen bergdorp waar de filosoof Friedrich Nietzsche tussen 1881 en  1888 tijdens de zomermaanden verbleef. Het huis waar de beroemde filosoof in een kamer zijn intrek nam, verrukt ons. Wat een prachtige kleuren vertonen gevel, deur en luiken! Anders dan in Italië zijn de kleuren hier minder licht en vrolijk. Maar vormen zij opnieuw een eenheid met de natuur.
We wandelen rond het kleine schiereiland in de Silser See tot aan de gedenksteen voor Nietzsche. Daarop staat een gedicht waarin de hele filosofie van Friedrich Nietzsche vervat zit. Diep is het lijden van de wereld. Ga weg, zegt de pijn tegen de lust, dieper nog dan hartenpijn. Maar alle lust wil eeuwigheid. Wil diepe, diepe eeuwigheid!

‘Doch alle Lust will Ewigkeit-,
- Will tiefe. tiefe Ewigkeit!’

Bij de lectuur van Friedrich Nietzsches ‘Also sprach Zarathustra’ denk ik vaak aan ‘Siddhartha’ van Hermann Hesse. Zowel de schrijfstijl als de oosterse setting zijn gelijkend. Hesse bewonderde Nietzsche ten zeerste. Net als de filosoof verbleef ook Hermann Hesse in Sils-Maria. Hesse in Waldhaus Sils, een majestatisch hotel boven op een rots aan de rand van het dorp.
Ook Thomas Mann was hier te gast. Net zoals de Zwitserse auteur Friedrich Dürrenmatt en zovele andere schrijvers en kunstenaars.
Wat een indrukwekkend interieur bezit dit statige art deco aandoende hotel. Met zijn lambrisering in de fijnste houtsoort, krakende parket en gestileerde trapleuning en verlichting. Een fumier. Bibliotheek met zicht op de omgeving. Maar het mooiste is de lange gang met op het einde een rotswand, die er op elk moment van de dag anders uitziet.
Van Felix Dietrich krijgen wij in naam van zijn familie bij ons afscheid als geschenk het mooie boekje van Hermann Hesse, Engadiner Erlebnisse met tekeningen en aquarellen van de schrijver.

zondag 4 juni 2017

Reis naar Italië



Detail voorportaal kerk Castelrotto (foto MDB)
Koekoek

Afgelopen nacht woedde een hevig onweer. Waardoor deze morgen de nevels uit de beboste heuvels omhoog stegen als rookpluimen van de indianen.
De hitte voorafgaand aan het onweer was bijna ondraaglijk geworden. Na een bezoek aan het bergdorpje Castelrotto volgden we de sentiero delle meraviglie. Deze voetweg bracht ons langsheen oude mijnschachten waar eertijds ijzererts werd gedolven en een molen.
Ik moest denken aan de verzen van de romantische dichter Joseph von Eichendorff: ‘In einem kühlen Grunde/Da geht ein Mühlenrad/Meine Liebste ist verschwunden/Die dort gewohnet hat’.
Sinds enkele dagen was de roep van de koekoek verdwenen. Kwam het door de grote warmte? Tijdens onze hele tocht heeft deze vogel ons vergezeld. Nu was hij ineens weer daar. En kondigde de regen aan.
’s Morgens bracht Nomade van haar wandeling met onze hond Luna koekoeksbloemen mee. Samen met enkele korenaren schikte zij die in een dikbuikig flesje van Orangina.
Mijn verjaardag vierden wij met onze buren op de camping en met Toni en Christa. De laatste twee ontmoette ik bij het afwassen. Aanvankelijk spraken we Duits met elkaar. Maar toen ik zei dat we ook Nederlands konden spreken, schakelde Christa over op haar zachte taal.
Ach Toni en Christa, wat een heerlijke ontmoeting was het met jullie. En wat een heerlijke verjaardag hebben jullie mij geschonken. We waren van plan om te gaan eten in een grotto. Maar die hebben we niet meer gehaald.
Christa, wat kon jij mooi en liefdevol vertellen over je broer, de cineast Paul Cox, die dit ook allemaal nog zo graag had meegemaakt. Paul Cox die de film Vincent maakte, waarin ook Nomade een rol vertolkte.
Hoe jij telkens wanneer de vakantie begint de eerste dagen moet huilen om wie er allemaal is gestorven. Over je achterneef die pas zeventien was en al op de eerste dag dat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het front kwam, sneuvelde. Hoe zijn moeder altijd maar weer zegde ‘mon pauvre fils’.
Voortaan zullen we de geborgenheid van de Italiaanse heuvels moeten missen. De warmte die als een drug op je inwerkt. En die we nu dienen te ruilen voor de hoge bergen uit de omgeving van Davos. Waar Thomas Mann en Hermann Hesse elkaar bij het skiën ontmoeten. En waar ook Friedrich Nietzsche verbleef.

Reis naar Italië



Muurschildering Marchirolo (foto MDB)
Klingsor

Wat een prachtige dorpjes bevinden zich rondom het meer van Lugano!
Het landschap is betoverend. Langsheen het meer strekken zich in lange rijen ronde beboste heuvels uit. We komen in Marchirolo. Smalle straatjes met huizen in de mooiste pastelkleuren. Tegen de gevels muurschilderingen. Niet alleen religieuze taferelen. Maar vooral ook taferelen van migratie. Een vrouw met een kind op de arm kijkt haar man na. Hun zoontje wuift de papa uit. De man stapt weg met gebogen hoofd. Een valies in de hand. Op de plaats van zijn hart is een leeg vensterraam met balkon getekend.
Op een andere schildering zien we een grijsaard. Zorgelijk zit hij. Het hoofd steunend op zijn hand. Een span ossen wordt niet meer aangestuurd. Alleen de vrouwen en kinderen blijven achter.
In de Valle Vigezzo aan de Lago Maggiore trok al sinds de zeventiende eeuw wie aanleg voor schilderen had weg naar de steden. In de 19de eeuw richtte de schilder Giovanni Rossetti Valentini in het dorp Santa Maria Maggiore de Scuola delle Belle Arti op.
Wie voor schilderen geen talent had, oefende veelal het beroep van schoorsteenveger uit. Het wegtrekken van de jongemannen moet hartverscheurende taferelen hebben opgeleverd. Her en der vinden we langs de weg een grotto of herberg in de natuur.
In ‘Klingsor’s laatste zomer’ beschrijft Hermann Hesse een voettocht naar Careno, het dorp met het papegaaienhuis. Zo genoemd naar het geschilderde tafereel op de gevel van een van de woningen in het dorp. In werkelijkheid gaat het om Carona, eveneens aan het meer van Lugano maar gelegen in het Zwitserse Ticino.
De heuvels rondom Lugano of Laguno zoals het in Klingsor heet, zijn een paradijselijke omgeving. Met zachte ronde vormen in de natuur. En verscholen eeuwenoude dorpjes met kleine straatjes. Aan de Italiaanse kant vind je overal muurschilderingen en huizen in de heerlijkste kleuren. Daarnaast binnenin heerlijk beschilderde barokke kerken.
Hier hoeft de mens geen beroep te doen op de hoogste goddelijke krachten om te overleven. De zachte en liefdevolle aanwezigheid van de Mariafiguur volstaat.

Reis naar Italië



The Floating Piers, Monte Isola (foto MDB)
Monte Isola

Met de boot van Iseo naar Monte Isola, een eiland in de Lago d’Iseo. We varen voorbij een piepklein eiland Isola di San Paolo. Vanaf de kust lijkt het eilandje met zijn pijnbomen en een enkele villa op een dodeneiland.
We leggen aan in Peschiera. Kleine smalle straatjes bestaande uit vroegere vissershuizen. Ook hier is de Mariacultus overal aanwezig. Omwille van de beschutting ’s winters en de schaduw in de zomer zijn de huizen dicht tegen elkaar aangebouwd.
Aan de kade liggen kleine bootjes. Sardines in keramiek hangen aan draden onder elkaar. We maken een fietstocht rond het eiland en komen door de enkele dorpen die Monte Isola rijk is. Sommige dorpen zijn eeuwenoud. Hier vestigden zich rijke vastelanders op de vlucht voor de pest.
Net zoals in de Decamerone van Boccacio. Zeven meisjes en drie jongens vermaken elkaar op een buitengoed in Toscane met het vertellen van verhalen. Allen zijn ze op de vlucht voor de pestepidemie die de stad Firenze trof in het jaar 1348. Het resultaat is een reeks hoogst vermakelijke verhalen. Waarin geregeld de onaantastbare geestelijkheid het moet ontgelden.
Zoals in het verhaal van ‘De tuinman en de nonnen’. Waarin de gewiekste Masetto uit Lamporecchio zich voordoet als doofstom en maar al te graag ingaat op de avances van twee jonge nonnen die hun gelofte van kuisheid wensen te doorbreken. Zij worden echter betrapt door een medezuster die twee andere nonnen op de hoogte brengt van het beoefenen van dit ‘steekspel’. Na enige bedenking gooien deze het met de twee betrapten op een akkoord en ‘lieten voortaan ook hun moestuintje door Masetto bewerken. En vervolgens traden ook de laatste drie nonnetjes, elk bij een andere gelegenheid, tot het tuinbouwkundig genootschap toe.’
 Zo ook de abdis die op een  snikhete dag niet kan weerstaan aan het zien van Masetto, die vermoeid door zijn nachtelijke arbeid in de schaduw van een amandelboom ligt te slapen en wiens pij door de wind is omhoog gewaaid, daarbij niets verhullend.
‘Bij die aanblik voelde moeder-overste een niet minder hevige lust in zich opkomen dan haar nonnetjes, en aangezien ze zich alleen  wist, wekte ze de slaper en troonde hem mee naar haar cel.’ En zo gebeurde het dat Masetto, ondertussen door de nonnen tot rentmeester bevorderd, zo vertelt Boccaccio, op zijn oude dag terugkeerde naar zijn geboortedorp als een rijk man en als vader van een talrijke kroost ‘dat hij overigens hoefde te voeden noch op te voeden’. Daarbij aan iedereen verkondigend: ‘Zo beloont Christus degene die Hem hoorns opzet’.
Boven op het eiland bevindt zich de Rocca Martinengo, een middeleeuwse burcht. Op een gravure is bij de burcht een idyllisch landschap afgebeeld met een keuvelende herder. Tezelfdertijd helpt een jonge vrouw haar aanbidder via een raam de burcht binnen te loodsen.
Het is warm op het eiland. Maar de wind die over het meer waait brengt een aangename verkoeling.
Vorig jaar in 2016 bracht de kunstenaar Christo samen met Jeanne-Claude een drijvende verbinding aan tussen Isola di San Paolo en Monte Isola ‘The Floating Piers’. Maar vandaag is het piepkleine eilandje niet meer met de kust verbonden. Waardoor het samen met de pijnbomen het beeld oproept van het beroemde werk van Arnold Böcklin ‘Die Toteninsel’.