dinsdag 30 september 2014

MARIJN



DEEL 3
 
scène 3

Nieuwjaar, Mariëtte en Marijn
komen naar huis
ze zijn dronken
lege fles champagne in de hand
ze zijn getooid met serpentines

Marijn
zingt luidkeels

Alle Jahr ein Kind (x2)
Bis es sechsundzwanzig sind
Alle Jahr ein Kind (x2)
Bis es sechsundzwanzig sind

O Susanna, was ist das Leben wunderschön!
O Susanna, was ist das Leben schön!

Mariëtte
Marijn loopt stoel omver

ssst… Marijn
zij stil voor de geburen

Binnen

Marijn probeert tevergeefs muziek
uit de radio te krijgen

Mariëtte zit aan het tafeltje
speelt denkbeeldig piano op de houten tafel
neuriet pianolied

Marijn plukt serpentines uit het haar van Mariëtte
gooit ze naar haar

donderdag 25 september 2014

MARIJN



DEEL 3
 
scène 2

Nieuwjaar
in de zetel ligt Mariëtte
uit de radio klinkt nieuwjaarsmuziek uit Wenen

Mariëtte
Scholmiester, dat is voor u

heeft een peperkoek in haar handen
en een fles wijn

we hebben dat gekregen
niet zomaar van iemand
van een echte dame!

Scholmiester
Mariëtte ge maakt mij beschaamd

Mariëtte
neen, neen, dat is voor u
ge zijt toch niet beschaamd in ons?

vroeger heb ik veel boeken gelezen
maar nu niet meer
nu kan ik niet meer lezen
‘k heb er het geduld niet meer voor
ik kon ook zeer goed piano spelen

Marijn
Mariette is geboren in Parijs
ze kost zeer schoon spelen op de piano

Mariëtte
ik ben dan met een café begonnen
neverst den Minard
het liefste wat ik dronk was champagne en zoete witte wijn
kijk ne keer naar mijn benen

heft slaapkleed omhoog
toont haar onderbenen

z’ hebben mij binnengedaan
maar ze konden mij niet meer opereren, zegden ze

Marijn
ze mocht daar niet drinken in de kliniek
maar ik smokkelde toch een fles wijn binnen

Mariëtte
we zijn getrouwd
kijk daar hangt onze foto
ik kon dan al niet meer buiten komen
de schepen is speciaal naar ons huis gekomen
om ons te trouwen

Marijn
vanaf dat we getrouwd waren
heb ik geen druppel meer gedronken

Mariëtte
soms komt uw hondje binnen
dan liggen ze daar alle twee te snurken
Marijn in zijne zetel
en uw hondje daar neverst
’t is goddelijk om te zien

Marijn
ze kan niet meer slikken
z’ heeft iets aan haren slokdarm

Mariëtte
ik kan alleen gemalen voedsel binnen krijgen
en zoete witte wijn

Marijn
vroeger stonden er hier
nog vier huizekens
wij woonden eerst
aan de overkant
in nummer vier
in de andere huizekens
woonden allemaal oude mensen
dat was nogal wat
als wij ’s nachts naar huis kwamen

soms sliep ze boven haren café
en dan liet ze mij niet meer binnen
ik sloeg dan zo een klein ruitje uit
zodat ik toch binnen kon

op een keer had Romain Deconinck
in een van zijn stukken
in de Minard
daar een gezegde op gemaakt
zo van
‘dat cafeetse, mee dat ruitje dat altijd
in geslegen is’
sedertdien ben ik wreed kwaad op Romain Deconinck

woensdag 24 september 2014

MARIJN



DEEL 3

scène 1

 

Muziek: Edvard Grieg - Peer Gynt - Suite No.1 - Ases Dood


Scholmiester leest plechtig voor
Marijn draagt een zwarte alpino
hij staat in de houding
salueert aan zijn pet

Scholmiester
Niemand had Irma ooit gezien.
Ze zou graatmager besloten hebben
het huis niet meer te verlaten.

Victor had lichte oogjes
en als hij lachte een rij zichtbare gouden tanden.
Hij rook naar tabak en het huis waar niemand kwam.
Behalve de kinderen.
Want Victor was vriendelijk en gaf de kinderen
die onbevangen het altijd open staande deurtje binnenliepen
een stukje chocola of een truffel.

Elke dag ging Victor bij de beenhouwer
om tweehonderd gram filet américain.
Waarvan ik mij voorstelde dat hij
na het vlees zachtjes tot kleine balletjes te hebben gekneed
er Irma liefdevol mee voerde.

dinsdag 23 september 2014

MARIJN


DEEL 2


scène 3

Marijn zit in de sofa
de radio speelt
Vlaamse schlagers
af en toe neuriet Marijn mee

Scholmiester op de stoel
vóór hen een pint

Marijn
ik heb een afkeer van hoeren
ik herken z’ al van ver
dat is sedert mijn soldatenmeisken
als ik ontdekt heb
dat ze in feite een hoerken was

ik werd geduld in het milieu
mariëtte was met een van die bazen
en zo kwam
ik daar ook
ik wist in welke café’s
dat ze toope kwamen
waar dat ze zaten te kaarten

een van die mannen heeft nog
een ereschuld aan mij
hij moet nu al dood zijn
of toch zeker in de tachtig jaar
een ereschuld geraakt ge niet kwijt
die erft ge van vader op zoon

op een keer heeft een van die mannen
aan mij gevraagd
of dat ik een van zijn meiskens wou weer brengen
ze was weggelopen
ik mocht dan een keer voor niets
ik ben dat meiske gaan halen
ze zat op een kamer
maar ik heb er niets mee gedaan
ik heb gezegd
doet uw kleren aan
en komt mee
ik heb dat meiske weer gebracht
van hoeren
moet ik niets weten

mariëtte was met enen van de gantoise
nen hogen tiep
de secretaris van de voetbal
hij was altijd piekfijn gekleed
nen echten heer
de zondag achternoen ging hij
met haar naar den opera
en ik moest mee als chaperon
tussen al dat chique volk

w’ hebben alle stukken gezien
La Traviata
De vogelhandelaar
enzovoorts

maandag 22 september 2014

MARIJN

DEEL 2


scène 2

klassieke telefoon,zwart bakeliet
Marijn vormt een na een de cijfers van het nummer
op het tafeltje een plastieken teiltje
daarover een gekleurd washandje

Marijn
praat luid door de hoorn van de telefoon

Allo, Scholmiester…
kunde mij niet zes pintjes verkopen
en een banaan of twee
straks komt mijnen kolonel
en ik moet zien dat ik er tegen kan

mijnen kolonel
komt mijn voeten wassen

z’ heeft nen keer gevraagd
of dat ze mij ook vanonder moet wassen
maar behalve mijn moeder
heeft geen een vrouw
mij daar ooit gewassen

vanmorgen is mijn engelken geweest
z’ heeft mij warm eten gebracht
ik heb haar gevraagd:
wat gaat er met mij gebeuren
als gij er niet meer zult zijn?
ze spreekt ervan om
bij haar zoon te gaan wonen
in Amerika

dan zal mijn dochter het werk verder zetten
heeft ze gezegd

Allo, allo, Scholmiester?