zaterdag 28 februari 2015

Overwinteren in Spa

Reus Dutske carnaval Ledeberg (foto MDB)
Reus Dutske

Hoe anders dan in Malmédy verloopt de carnavalsoptocht in Ledeberg. Hier geen traditioneel geklede figuren zoals de Haguète, de Trouv’lê of de Longs-Nés. De carnavalsstoet in Ledeberg is eerder een aaneenschakeling van elkaar opvolgende praalwagens. Van waaruit kwistig harde karamellen in het rond worden gegooid. Of broodjes in plastic verpakt en gevuld met chocolade.
Er is een ruime delegatie van praalwagens uit de andere Gentse deelgemeenten zoals Oostakker of Sint-Amandsberg. Wat onder de toeschouwers de uitroep ontlokt ‘Kijk, dat zijn die van Uustakker.’
Het bezorgt mij een ontroerend gevoel van solidariteit.
Maar ook uit de meer bekende carnavalsoorden zakken verenigingen met hun praalwagens af naar Ledeberg. Uit Zottegem of de Denderstreek. Aalst en Dendermonde. Naast Binche en Malmédy is daar het carnaval immers het meest levendig gebleven. Het is ook niet zo vreemd dat de Aalstenaars precies naar Ledeberg afzakken. Ledeberg is de eerste Gentse deelgemeente die je tegenkomt wanneer je langs de Brusselsesteenweg naar Gent stapt.
Dat stappen zal in de negentiende eeuw letterlijk zijn geweest. Arbeiders kwamen te voet van Nevele naar Gent om er te werken in de textielfabrieken. Of om er de dokken uit te graven. In ‘De biezenstekker’ beschrijft Cyriel Buysse nauwkeurig de weg die de geweldenaar Cloet aflegt van de gevangenis aan de Nieuwe Wandeling over Keuze en Wilde langs de Poekebeek tot aan de Zijstraat in Nevele.
Zijn tocht ging langs de huidige Drongensteenweg. Een lange kasseibaan aan beide kanten omzoomd door bomen. Onderweg hield Cloet verschillende keren halt in een afspanning.
Langs de Brusselsesteenweg heb je nog altijd café De Ton. Een tonvormig gebouw uit het interbellum. Waar je even buiten Gent je dorst kon laven.
Door het fileprobleem was er gedurende jaren op zondag een lange optocht te voet langs de Brusselsesteenweg naar het voetbalstadion van La Gantoise.
Dertig jaar carnaval in Ledeberg. Het thema is dit jaar ‘Fiele Op 30 Wiele’. Vooral de Gentse Groenen moeten het ontgelden. Zij worden verantwoordelijk gesteld voor het fileprobleem.
Maar er zijn ook momenten van poëzie te ontwaren in de Ledebergse optocht. Vooral de reuzen Abel en Dutske kunnen mij bekoren.
Abel kent iedereen van het oliebollenkraam. Hij is een geboren en getogen Ledebergnaar. Dutske is het symbool van de Ledebergse volksmens. Met zijn alpinopet en zijn ronde buik of tuugzweerke. Hij is de trots van de Dutsenclub.
Dat hebben het carnaval van Malmédy en Ledeberg alvast gemeen. Het gebruik van het dialect als de taal van de onvervalste creativiteit van het volk.



woensdag 18 februari 2015

Overwinteren in Spa

Boultè, baken in het veen 1566 (foto MDB)


Carnavalsvuur

Het belooft opnieuw een steenkoude nacht te worden. Nomade leerde mij het vers:
‘Red sky in the night shepherd’s delight
Red sky in the morning shepherd’s warning.’
Winteravond. Net als op het schilderij van Bruegel ‘Jagers in de sneeuw’. De jagers keren bij het vallen van de avond terug naar het dorp. Waar rook omhoog kringelt uit de schoorstenen. Het is een teken dat hun komst wordt verwacht.
Daarnet maakten wij een wandeling met onze hond Luna boven op onze heuvel. Wat een prachtig gezicht heb je vanaf hier over het dal van het kleine stadje Spa. De spitse kerktorens steken net boven het bos uit. Daarachter ligt de helling van de Lac de Warfaaz. De hemel kleurt achtereenvolgens rood, geel en blauw. Weldra valt de nacht en zullen de sterren schitteren boven het donker van de bossen.
‘Het is ongelooflijk wat een verschillende soorten klimaat je hier hebt,’ zegt Nomade.
In het dal voel je de eerste tekenen van de lente. Maar boven op het veen heerst nog steeds koning Winter.
Langlauf op de Baraque Michel. Daarna Eintopfsuppe in de herberg. Het interieur is helemaal Duits. Tegen de wand houten zitbanken. Een tegelkachel. Kleine geweien van reeën.
Het oude gastenboek ligt verwaarloosd in een hoek. Het gaat terug tot in de jaren 1930. In juni 1940 staan hier alleen nog Duitse namen. In de kolom beroep staat geschreven Gefreiter, Soldat of kortweg Deutscher. Later schreef iemand in het Frans erbij dat ze blij waren dat ze weer vertrokken zijn.
Het klokje van de hermitage, opgericht door Michel-Henri Schmitz in het begin van de negentiende eeuw, dateert van 1589 en werd geluid bij sneeuw en mist.
Het klimaat is hier bar boven op het veen. De kammen zijn gehuld in nevels.
Net zoals gisteren toen we van Malmédy terugkwamen. De verbranding van de Haguète. Of het einde van de Cwarmê. Wat een uitbundig feest! Hier doen alle verenigingen aan mee.  De grootste zijn opgericht tijdens de jaren 1840. Toen Malmédy tot het Pruisische koninkrijk behoorde. Doel van  de verenigingen was om de eigen taal en cultuur levendig te houden. Toen onder Bismarck het Frans werd verboden, schakelden de Malmédiens over op het Waalse dialect. Een traditie die tijdens het carnavalfeest in ere wordt gehouden.

dinsdag 17 februari 2015

Overwinteren in Spa


Haguète carnaval Malmédy (foto MDB)



Carnaval van Romans

Wat is de hemel ’s avonds helder verlicht. Boven het dal waar het kleine stadje Spa zich bevindt, hangt een oranje schijnsel. Maar boven de heuvel waar onze caravan staat is het pikzwart en is de hemel bezaaid met sterren. Ik bedenk hoe het voor de hand ligt om je in het volstrekte duister op de sterren te oriënteren. Of er allerlei figuren in te ontwaren.
Vanmorgen maakte ik een praatje met de enige vaste bewoner van de camping. Elke morgen maakt hij op hetzelfde uur een wandeling samen met zijn twee honden.
‘Moi j’entends, mais ça ne sort pas,’ zegt hij.
Waarbij hij achtereenvolgens het ene en het andere oor aanwijst.
De man woont samen met zijn vrouw permanent in een reusachtige caravan waar een tent is aangebouwd. Zijn vrouw heb ik nog nooit gezien. Of het moet de vrouw zijn geweest die deze morgen uit het doucheblok kwam. Het haar in een handdoek gewikkeld.
Onze buurman vertelt over het carnaval in de dorpen.
‘Ceux de Sart font le tour du village avec leurs chars. Et Tiège fait la même chose. Après ils se rencontrent et font le cortège dans l’autre village.’
Het is een overblijfsel van de na-ijver tussen de dorpen die vaak op een gevecht uitliep.
Carnaval en sociale spanning. Nergens wordt het zo goed beschreven als in het lijvige werk van de Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie ‘Het carnaval van Romans. Van Maria-Lichtmis tot Aswoensdag  1579-1580’.
De elite en de ambachtslieden van het kleine stadje nabij Valence zijn verenigd in verschillende gilden. Het carnaval wordt aangegrepen om zich te wreken op de harteloze notabelen. De machthebbers maken echter op een gruwelijke wijze komaf met de opstandige boeren en ambachtslui.
Opvallend zijn de verschillende symbolen waarmee de standen zich tooien. De haan, adelaar en patrijs zijn voorbehouden voor de bezittende klasse. Terwijl de boeren en ambachtslieden zich uitdossen met machteloze dieren zoals het schaap, de haas, de kapoen of de ezel.
Wanneer je de schilderijen van Bruegel bestudeert, zie je hoe veel symbolen zijn bewaard in het carnaval van Malmédy. Zo zijn de bakkers uitgedost met bretzels.  En draagt lu Trouv’lê of prins carnaval een houten spaan of pânule. Carnavalgangers slaan je om de oren met varkensblazen. Er zijn de harlekijns met hun mutsen waaraan een vossenstaart hangt. Zwart geschminkte figuren zijn net als de historische Wildeman gekleed met houten schubben. En anderen houden je dan weer een haring of het symbool van de vasten voor.

maandag 16 februari 2015

Overwinteren in Spa



straattheater carnaval Malmédy
Les rôles

De dag na de grote optocht is de journée des rôles. Plaatselijke verenigingen brengen op straat satirische stukken. In de traditie van de middeleeuwse wagenspelen wordt het podium gevormd door een grote aanhangwagen. De stukken worden gespeeld in het Waalse dialect.
De gezelschappen bestaan uitsluitend uit mannelijke spelers. Dan ligt het voor de hand dat een deel van de hilariteit erin bestaat om zich als vrouw te verkleden.
Voor sommige spelers is het optreden voor een publiek niet hun meest gewone activiteit. De Royale Malmédienne bestaat net als de bakkersgilde die in de stoet oploopt uit gezellige, rondborstige figuren.
Vóór het podium bevindt zich de souffleur. Sommige passages zegt hij woordelijk voor. Er wordt vooral veel gezongen in deze satirische spelen. En er is het spel met de taal. In ‘Evôye!’ wordt een politiebeambte uit Eupen opgevoerd. De Eupenaar wordt gekarakteriseerd door een groene loden jas en een jagershoedje. Hij is er vooral op uit de Malmédiens die in de stad Eupen verkeerd geparkeerd stonden een boete te laten betalen.
Vlaamse toeristen hebben op het podium een rugzak op. Ze vragen voortdurend de weg. Waarop er misverstanden ontstaan door het verkeerd begrijpen van elkaars taal.
‘Ici c’est le chemin vers Chôdes.’
‘Chaude?’
Ook de politiek is niet ver weg. Charles Michel wordt opgevoerd. Net als Joelle Milquet.
Dat de stukken worden gespeeld in het Waalse dialect zit in de traditie van het verzet tegen de overheid. Carnaval als uitlaatklep maar ook als rebellie.