vrijdag 4 juli 2014

Roth

Muze (foto MDB)

De Oostenrijkse schrijver Joseph Roth schreef meestal op een caféterras. Hij was dan  ook een notoir drinker. Op de vlucht voor de nazi’s belandde de schrijver van Joodse afkomst een tijd in Oostende. Waar zijn geliefde Irmgard Keun hem kwam vervoegen. Zij was niet Joods maar koos vrijwillig voor het Exil of de ballingschap samen met haar literaire vrienden.
De groep die in Oostende belandde had er geen idee van hoe lang de barbarij van het Hitlerregime zou duren. Alleszins niet erg lang, zo dachten zij. Daarom hadden ze op hun vlucht in 1933 geen winterkledij meegenomen. En was het geld na een tijd zodanig verminderd dat zij de wijk dienden te nemen naar goedkopere hotels in Bredene.
Het lot van Joseph Roth was allesbehalve benijdenswaardig. In Duitsland mochten zijn boeken niet meer worden uitgegeven. Hij had dan wel nog een uitgever in Amsterdam. Maar uiteindelijk stierf hij berooid en totaal aan de alcohol verslaafd in Parijs.
De andere grote schrijver Stefan Zweig verging het niet veel beter. Zweig week uit naar Brazilië, kon niet aarden in dit Zuid-Amerikaanse land en pleegde samen met zijn tweede vrouw zelfmoord in zijn hotelkamer. Zweig was voor de andere vluchtelingen een geldschieter. Net zoals de vroegere geliefde van Irmgard Keun, de Joodse arts Strauss. Die in de Verenigde Staten verbleef en aan wie zij verschillende keren smeekbrieven stuurde om geldelijke ondersteuning.
Na vijf dagen van absolute droogte hangen boven onze heuvel donkere wolken. Met tussenpozen vallen enkele regendruppels neer. Zodat ik het zekere boven het onzekere neem en mijn intrek neem op het terras van onze kampeerplaats. Naar het schijnt zou dit café het hele jaar door open zijn. Een troost voor deze winter wanneer wij hier dreigen ingesneeuwd te geraken. Al kan ik mij niet voorstellen dat voor slechts enkele overwinteraars het café open blijft.
Schrijven  op een caféterras heeft zijn charme. Je bent niet alleen. En de gesprekken van de andere terrasgasten vloeien in elkaar tot een achtergrondgeluid.
Joseph Roth dronk goedkope rode wijn. Niemand van zijn vrienden kon zijn tempo inzake drinken volgen. Ook niet inzake schrijven. Roth kon urenlang aan een stuk door schrijven. En drinken.

donderdag 3 juli 2014

Ossian

Veenwandeling (foto MDB)

Schrijven gebeurt in allerlei omstandigheden. De anglicaanse dominee Laurence Sterne bijvoorbeeld schreef in de postkoets. Zijn ‘Sentimentele reis door Frankrijk en Italië’ die hij begon in Calais heeft hij nooit kunnen afmaken. Doordat hij tijdens zijn reis op het vasteland overleed.
Goethe dicteerde zijn teksten aan zijn secretaris. Die ze rechtstaande voor een pupiter neerpende.
Ikzelf word geteisterd door de avondzon die hard in mijn ogen schijnt waardoor ik zowel mijzelf als de vooruitschrijdende letters in mijn kleine computerscherm weerspiegeld zie.
Vandaag waren we op het Veen. Boven op een houten toren bewonderde ik de kleuren van het omringende landschap. In de verschillende tinten van groen en bruin kon je alle seizoenen ontwaren. Hoe vaak hebben wij dit veengebied niet doorkruist. In alle seizoenen en weersomstandigheden. Maar het veen is verraderlijk. ’s Winters kan plotseling opkomende mist je compleet laten verdwalen. Daarvan getuigen verschillende kruisen. Zoals het Kreuz der Verlobten. Kun je je een mooiere dood voorstellen dan te sterven in de armen van je geliefde?
Boven op de toren dacht ik aan het schilderij van Caspar David Friedrich. De wandelaar voorstellende die hoog in de bergen trots voor zich uitblikt. Onder hem de nevelen in het dal. Het werk staat symbool voor de dichters van de Sturm und Drang. Werther, de beroemdste romanfiguur van Goethe, die zijn tomeloze passie weerspiegeld ziet in zijn Ossian. Wat eigenlijk een literaire vervalsing was van de Schot Macpherson. Hij deed alsof hij oeroude Keltische gedichten van een blinde dichter Ossian had teruggevonden. Tot bleek dat hij ze zelf had geschreven. Ondertussen had Ossian zijn werk gedaan. En talloze jonge dichters beïnvloed in hun verlangen naar woeste hoogten compleet met dramatische onweders. 
Morgen wordt hier een groots onweer verwacht. Ik hoop maar dat onze woonwagen niet van onze heuvel wegspoelt.

woensdag 2 juli 2014

Saint Remacle

Saint Remacle, polychroom 1520 (foto MDB)

Een bezoek aan het kerkgebouw van het kleine stadje Spa is meer dan  de moeite waard. De negentiende-eeuwse kerk is gewijd aan Saint Remacle. Spa werd in de zestiende eeuw een zelfstandige parochie om een tegengewicht te bieden aan de vele protestanten onder de kuurgasten.
Van Saint Remacle is een polychroom beeld te zien uit 1520. Hij lijkt de stigmata of de doorboorde handen van Jezus te dragen. Aan zijn voeten een dier dat op een primitieve hond lijkt. De hond moet eigenlijk een wolf voorstellen. Want de heilige staat ervoor bekend dat hij een wolf heeft getemd. Misschien werd hem die eigenschap toegeschreven om zijn kracht en moed uit te vergroten. Saint Remacle is immers degene die de zogenaamde wilde Germanen in deze gewesten tot het christendom bekeerde.
We ontwaren er ook een prachtig in hout gesculpteerde biechtstoel. Eikels en eikenbladeren versieren het bovenste deel. De kracht van de natuur. In het midden een heerlijk tafereel van de verloren zoon. Hij hoedt de varkens. Een bezigheid die in het toenmalige Midden-Oosten als het laagste van alle werkzaamheden werd beschouwd. De jongeman had immers grote sier gemaakt en er al zijn geld door gejaagd. Toch zal bij zijn thuiskomst zijn vader zich liefdevol over hem ontfermen. Ik ga helemaal op in het tafereel. Is dit niet de functie van kunst? Een werkelijkheid creëren die je helemaal opslorpt. Net zoals de natuur bij machte is om dit te doen.
Boven in de kerk een Byzantijnse koepel. Zoals ik die ook zag in de Ayasofia. Christus die als een koning zetelt. Zijn overwinning op de dood. Met naast hem zijn moeder Maria en de heiligen Remaclus en Petrus.
Ik verlaat samen met Nomade de kerk en we passeren opnieuw langs de baden. Boven het klassieke timpaan een oudere man. Hij doet mij denken aan Neptunus, de god van de zee. In zijn hand houdt hij een staf. Rechts van hem een jongeman met een drietand. Aan zijn linkerkant een bevallige vrouw. Op de schoot van de oude man zit een jonge vrouw. De wereld van het zinnelijke en de wellust. Een ode aan de liefde en het leven.

dinsdag 1 juli 2014

Comès

Schouw van les Bains bij l' heure bleue (foto MDB)

Hoe heerlijk is het om mij  te koesteren in de avondzon. Vogels kwetteren dat het een lieve lust is. En ik ontwaar in het hoge gras dat ons omringt zelfs bloemen die je enkel in Alpiene gebieden aantreft.
Het was koud in het zwembad vanmorgen. Maar reeds na enkele zwemslagen voelde ik mij heerlijk in het water. Ik keek uit over de scherp afgelijnde toppen en waande mij in de paradijselijke bergen van mijn jeugd.
Niemand heeft de hoogvlakten uit deze streek zo mooi in beeld gebracht als de striptekenaar Didier Comès. Of beter gezegd Dieter Comès. Want hij was afkomstig van de Duitstalige gebieden. Volgens zijn collega Ferry was Comès tevens een druïde.
Nooit zal ik de Wezel vergeten. Een eenzame figuur dwalend door het landschap van de Venen. Bevolkt met knoestige eiken, godvergeten dorpjes vol met figuren aan de rand van de maatschappij. De Wezel die zich verplaatst in een uiltje. Dat wij in vol ornaat met open vleugels als prent tegen de muur hingen.
Vandaag bezochten wij een schilderijententoonstelling met landschappen uit de twintigste eeuw.
De tentoonstelling vond plaats in de villa waar koningin Marie-Henriette de laatste periode van haar leven doorbracht. Daar netjes ondergebracht door haar gemaal koning Leopold II. De villa heeft een prachtig park, paardenstallen en een sierlijke omheining.
De landschapsschilderijen evoceerden wandelingen zoals de Promenade des Artistes of de Promenade d’ Orléans. We zagen winterse beelden van kale bomen die deden denken aan het gedicht Erlkönig van Goethe.
En dan was er nog de vaste collectie. De houten doosjes met de geheime laden waar aanbeden vrouwen hun liefdesbrieven konden in bewaren. De doosjes zijn beschilderd met miniaturen die het thema van de natuur of van de romantische liefde bespelen.
Zoals in de roman ‘Die Wahlverwandtschaften’ van Goethe. Waarin de grote Duitse dichter de aantrekkingskracht tussen man en vrouw vergelijkt met die tussen scheikundige stoffen. Hij zoekt naar een wetenschappelijke verklaring of toch ten minste naar een metafoor voor de grote romantische liefde. Wat in een tijd van burgerlijke huwelijksmoraal niet vanzelfsprekend was. 
Maar wie zou zich in dit kleine stadje Spa te midden van de natuur en de cultus van het lichaam niet overgeven aan de weldaden van de liefde?