maandag 29 juni 2015

Onderweg naar Ticino

Muurschildering Kloster Maulbronn (foto MDB)


An Stella

Wat een overweldigende indruk maakt het Klosterdorf Maulbronn. Hier werden generaties van de meest beloftevolle jongeren uit Baden-Württemberg opgeleid om kerk en staat te dienen. Onder hen Friedrich Hölderlin en Hermann Hesse.
Welke aanblik biedt het dakenspel van de voormalige smederij, schuur en de andere gebouwen rond de binnenkoer van de voormalige cisterciënzerabdij. Het Paradies of het vroeggotische portaal dat leidt naar de ingang van de romaanse kerk. Hier werd de bezoeker herinnerd aan zijn zonden. Een schildering van een vrouw die wordt aangevallen door twee slangachtige wezens. De vrouw als verleidster. De kruisgang waarrond alle gebouwen van het klooster zijn gecentreerd. De fontein met de drie schalen.
‘Misschien vond Hermann Hesse hier troost,’ oppert Nomade.
De jonge Hesse was hier alleszins niet gelukkig. Net zoals zoveel andere jongeren uit Baden-Württemberg die in deze evangelische Klosterschule werden opgeleid.
Hölderlin schrijft aan zijn moeder hoe verschrikkelijk slecht hij het eten hier vindt. Waarmee hij wil verdoezelen hoe de sfeer in de kloosterschool hem beknelt.
Als uitweg is er de vriendschap met zijn medeleerling Immanuel Nast. Die in 1788 van hem als achttienjarige jongere een potloodtekening maakt. ‘Hoelderlin in seinem 18tenJahre’. Hoe zacht en kwetsbaar toont zijn vriend Nast de jonge Hölderlin. Via Nast komt Hölderlin in contact met zijn nicht Louise. Voor haar schrijft Hölderlin het smachtende gedicht ‘An Stella’ of ‘Aan de ster’.
Ontroerend zijn de rekeningen voor het verblijf van Hölderlin die zijn mama heeft bijgehouden.
Daarin noteert zij de bedragen en waarvoor die moeten dienen naast de naam van haar zoon. Die noemt ze L. Fritz of Lieve Fritz.
Hermann Hesse situeert zijn roman Narziss en Goldmund in het klooster Mariabron. Duidelijker kan de verwijzing naar Maulbron niet zijn.
Later komt hij hier terug. Gelouterd. En schrijft het gedicht ‘Im Maulbronner Kreuzgang’.

‘Zing nu water, diep in uw schaal.
Mij werd het leven al lang een vluchtig kleed.
Stoei nu jeugd, in mijn dal
En laaf je aan de droom van eeuwigheid!’

donderdag 25 juni 2015

Onderweg naar Ticino

Steengroeve vallei van de Amblève (foto MDB)


Sisyphus

Hoe zacht valt het avondlicht door het gebladerte van het bos. Gouden schijnen de laatste zonnestralen. De wilde bergrivier achter onze kampeerplaats is weer een klaterend beekje geworden. Muggen voeren hun dans op over het water. Het is heerlijk om hier bij avond te zitten. Soms strekt onze hond Luna zich languit in het water uit. Nu drinkt zij van het water alsof haar leven ervan afhangt.
Het was dan ook een snikhete dag. De hitte dreef ons naar het stuwmeer van Bütgenbach. Je kunt er een wandeltocht rondom het meer maken. Maar wij verkozen om in het meer te zwemmen.
In 1904 verhuist Hermann Hesse samen met zijn vrouw Maria Bernoulli naar Gaienhofen aan de Bodensee. Hesse leeft er zoals Walt Whitman op het Michiganmeer, zo schrijft zijn biograaf Hugo Ball.
Het is heerlijk te zwemmen in de Bütgenbacher Stausee. Boven de bossen aan de rand van het meer steekt de Rijnlandse kerktoren uit. Het zwemmen herinnert mij aan mijn verblijf in de abdij van Maria Laach. Waar ik samen met een natuurkundige de Laacher See in dook.
‘Schwimmen wir mal raus?’ vroeg de natuurkundige.
Maar ook nu blijf ik veiligheidshalve dicht bij de oever.
 Wat een dag was het vandaag. Eindelijk is onze caravan rijklaar bevonden. Maar liefst zes dagen heeft het ons gekost om onze caravan voorbij de Autosécurité te krijgen. Vier keren een bezoek aan de garage en evenveel keren in een lange rij staan om groen licht te krijgen. Uiteindelijk belandden we in een garage gespecialiseerd in caravans in de buurt van Luik.
Het leek wel de Griekse mythe van Sisyphus. Die de goden uitdaagde en als straf een zware steen telkens weer de berg moet op rollen.

dinsdag 23 juni 2015

Onderweg naar Ticino

Spamannetje (foto MDB)


İnşallah

Wat is het heerlijk om naar het spel van de wolken te kijken! Daarnet kleurde de lucht inktzwart. Even daarvoor zweefde boven onze kampeerplaats een van de buizerds die ons bij elk verblijf hier verwelkomen. En verdween sierlijker dan een vliegtuig het ooit zou kunnen weer in het wolkendek.
Ook Hermann Hesse bewonderde het wolkenspel.
‘Toon mij in de wijde wereld de mens die de wolken beter kent en meer lief heeft dan ik!’ zo schrijft hij in Peter Camenzind.
‘Nous sommes sans abri,’ vertel ik deze middag aan Bruno wanneer we in de Géronstère aankomen. We installeren ons dicht bij het haardvuur. En bestellen een schotel met gegrild vlees en een truite meunière. Vroeger kwamen forellen voor in de Hoëgne die hier wat verder in Sart stroomt. Maar sinds de jaren zeventig is ook het water van deze rivier te zuur geworden om er forellen in te laten overleven.
Het vlees wordt gegrild boven het haardvuur. Ik voel mij opwarmen. Dat mag ook wel na twee dagen van onophoudelijke regen. Op de duur verlies je elke weerstand tegen dit natuurgeweld.
Vanmorgen vroeg hebben we onze caravan aan de goede zorgen toevertrouwd van onze vrienden van de kleine garage in het stadje Spa. Ze zullen ons deze namiddag opbellen. Als ze er tenminste in slagen om de nodige wisselstukken voor de remmen van de woonwagen te bemachtigen.
Af en toe is er een opklaring. Daarvan maken we gebruik om samen met onze hond Luna een wandeling te maken.
We dalen van de Source de la Géronstère af naar de kleine garage in het stadje Spa.
‘La caravane est prête,’ zegt een van de twee vennoten. Hij is altijd druk in de weer. Telefoneert onophoudelijk.
‘J’espère que demain ça se passera bien à Verviers,’ zeg ik.
‘İnşallah,’ voeg ik er nog aan toe.
Hij knipoogt en steekt zijn duim omhoog. Ik heb er in ieder geval een vriend bij.

maandag 22 juni 2015

Onderweg naar Ticino

Bospad (foto MDB)


Erwtensoep

Hermann Hesse schreef drie van zijn belangrijkste werken in een enkel decennium. In 1922 verschijnt Siddhartha met als ondertitel Eine indische Dichtung. In 1927 De steppewolf en in 1930 ten slotte Narziss en Goldmund.
In Siddhartha onderzoekt de schrijver het goede in de mens. Terwijl De steppewolf de donkere kant van het mens-zijn belicht. In Narziss en Goldmund krijgt Goldmund de raad om zijn eigen weg te gaan. In die zin is het laatste werk een synthese van de beide voorgaande. De donkere kant in jezelf erkennen en een plaats geven.
Het regent onophoudelijk. De kleine beek achter onze camping is opnieuw een woeste bergrivier geworden. Het water afkomstig van de venen heeft een donkere kleur. Komt het door de  veenbodem? Zonet maakte ik een avondwandeling met onze hond Luna. Ook zij wilde maar een ding. Weer zo vlug mogelijk te belanden in de warmte van onze woonwagen.
Hevige rugpijnen zijn mijn deel. Komt het door het telkens opnieuw aan- en afkoppelen van onze caravan? Deze morgen stonden we voor niets in onze kleine garage.
‘Lorsqu’il y a un problème avec les freins, il faut laisser votre caravane.’
‘Oui, mais la caravane est notre maison. Je ne peux pas la laisser comme ça.’
Morgen om tien uur zal de werkbrug ontruimd zijn. Dan hebben we naar ik hoop meer geluk. Wanneer de regen enkele minuten vermindert, beginnen de vogels onmiddellijk te fluiten. Ook zij hopen op beter weer.
Deze middag maakte Nomade erwtensoep met spek klaar. Hetzelfde gerecht dat we deze winter na het langlaufen verorberden boven op de Hoge Venen. Misschien at ook Goethe zo een Eintopf boven op de Brocken? Lang geleden was ik in de winter in Weimar. Het sneeuwde en het was bitter koud. Op de Frauenplan stond een oude veldkeuken uit de DDR-tijd. Met een aluminium pollepel diende de kok ons een kom dampende erwtensoep met spek op.

zondag 21 juni 2015

Onderweg naar Ticino

Wandelschoenen (foto MDB)


De steppewolf

Ach Nomade, wat maakt het uit waar wij ons bevinden. Jij leest in de De steppewolf. Gisteren tijdens het wandelen vertelde je over de dualiteit in de mens. Hiervoor gebruikt Hermann Hesse het poëtische beeld van de steppewolf.
Vanmorgen overviel mij een zeldzaam geluksgevoel. Ons te bevinden in het midden van de natuur. Te ontbijten met het zicht op de heuvelkam. De geur van de bossen.
‘We zijn hier nu al zo lang en toch lopen we nog altijd verloren,’ zegt Nomade.
Gisteren dwaalden we urenlang door het veen en de bossen. De gele brem is in zijn laatste bloei. Katoenachtige veenplanten verspreiden hun stuifmeel. We beklimmen de houten toren op het hoogste punt van de Fagne de Malchamps. In de vier windrichtingen zijn alle nabije en verre bestemmingen aangeduid. Waar zouden de Hoge Venen zich bevinden? Deze winter maakten we er de heerlijkste skitochten.
Zwerftochten of die Lust des Wanderns. Hesse laat Klingsor lange wandeltochten maken. Eichendorff schrijft erover in zijn Wanderlieder. Hesse maakt halt in grotti. Herbergen in de natuur, die hij ook schildert. Onze wandelkaart zijn we weer eens vergeten. Dus zijn we aangewezen op onze natuurlijke zin voor oriëntering. We gaan op zoek naar de Source de la Géronstère. Maar maken zonder het te weten er een grote boog omheen. Zodat we uiteindelijk op een oude voetweg naar het kleine stadje Spa belanden.
 Morgen doen we een nieuwe poging om onze woonwagen te laten goedkeuren door de Autosécurité. Daarna begeven we ons op weg naar Calw en Maulbronn. De eerste etappe op onze tocht naar Ticino.