zaterdag 21 december 2013

Eendeneieren

Bootje Schelde (foto Mieke Debrabandere)

Gezeten in de kleurrijke voortuin van het witgekalkte bijna vierkante huisje van Amélie, schreef ik je een lange brief. Tegen de gevel bloeiden de stokrozen in allerlei lichte kleuren. Over de voortuin met zijn witte kiezelsteentjes hing de geur van rode rozen.
Ik schreef over de grote tocht die ik samen met Peter zou maken naar het zuiden van Frankrijk en Corsica. Achteraf vertelde je mij dat de brief jou jaloers had gemaakt. Het stadje aan de Somme was mij als klein en benepen voorgekomen. Ik droomde van verre reizen.
Peter bevond zich al in Toulon. Te midden van een chaotische bende. De villa stond hoog boven de zee. Te midden van een ondoordringbaar struikgewas dat geurde naar salie, rozemarijn en thym. De volgende morgen deed een Engelse familie haar opwachting. We dienden de villa te ontruimen.
Overdag daalden we via onooglijke paden af naar het strand waar iedereen ongegeneerd zonder kleren liep. Voor de kust lag een jacht van een rijke Fransman voor anker. Ik sliep op de mat naast het bed van een mollig Duits meisje.
Na deze avonturen aan de zuidkust van Frankrijk, namen Peter en ik de boot naar Corsica. Die bootreis zal ik nooit vergeten. Het werd donker. We sliepen op het tussendek. Wat een geuren stegen van het eiland op bij het ochtendgloren! Je kon het eiland ruiken nog voor je het kon zien.
In Corsica logeerden we in een stralend witgeverfd klooster. Samen met een Fransman die het eiland met de fiets doorkruiste. In een onooglijk winkeltje kochten we een blik bonen dat achteraf bedorven bleek te zijn. We beklommen de hoogste bergtop van het eiland. Verdwaalden bij het afdalen in de opkomende mist. En besloten toen om verder te trekken naar Sardinië.
Maar dat wist ik allemaal nog niet toen ik jou die lange brief schreef in de geurende voortuin van het huisje van Amélie. Alleen dat ik hevig naar jou verlangde. Naar jouw donkere ogen. Je zwarte haren die je met een eenvoudig stokje bij elkaar bond. En waar ik tijdens het college over de middeleeuwse literatuur urenlang naar zat te turen.
Ik wist niet dat wij vele jaren later samen naar het kleine stadje aan de Somme zouden trekken. Hoe wij er Victor en Amélie zouden ontmoeten. Nog later Victor alleen. Met Victor zouden we naar de wildernis gaan achter het huis. Waar hij de eenden hield die hij had gevangen in het schorrengebied van de Somme. Daarna maakte Victor voor ons aardappelen klaar met eendeneieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten