vrijdag 21 augustus 2015

Onderweg naar Ticino



Hindoeïstisch beeldje Hermann-Hesse-Museum Calw (foto MDB)

Zarathustra

Met Nomade aan tafel. Uit onze cassettespeler weerklinkt de melancholische stem van Lucio Battisti. Io vivrò senza te. Che non si muore per amore, è una gran bella verità. Dat je niet sterft aan de liefde is een mooie waarheid. Jij hebt mij verlaten. Maar ik zal mijn leven verder zetten. Ik zal slapen en opstaan. Ik zal wandelen. Ik zal iets doen. De zanger overtuigt zichzelf. Sì, qualche cosa farò! En als je ooit nog in mijn gedachten opduikt, hoef ik er enkel aan te denken dat je niet bij mij bent. Maar op het einde van het lied klinkt het anders. Qualche cosa, di sicuro, io farò: piangerò! Een ding weet ik zeker: ik zal wenen.
Romantische gevoelens. De romantiek. Ook het werk van Friedrich Nietzsche zit in de romantische traditie. Goethe, Novalis, Hesse. Hesse kantte zich tegen de literatuur van de grote stad. Zocht aansluiting bij zijn romantische voorgangers.
Ik lees in Nietzsche, Also sprach Zarathustra. De oosterse setting doet denken aan Siddhartha. Wat een heldere schrijfstijl hanteert de auteur! Het eerste deel van zijn bekende werk voltooide Nietzsche in februari 1883. De lectuur valt mij zwaar. Elk mededogen lijkt afwezig te zijn. Tot sind alle Götter. Het christendom leidt tot nivellering. Een Übermensch te worden, dat is de ware opgave van het individu.
Ik probeer die gedachte te begrijpen. De mens dient zich los te maken van een beknellende religie. Boven zichzelf uit te stijgen. Zich te realiseren.
Zarathustra richt zich tot zijn toehoorders. Die noemt hij broeders. Op het einde van het eerste deel volgt een synthese van wat de filosoof bedoelt.
‘Zijn stem was veranderd. Van nu af aan ga ik alleen verder, mijn volgelingen. Ook jullie gaan nu weg. Alleen. Zo wil ik het.  Dit is mijn raad: ga weg van mij en stel je tegen Zarathustra teweer! (…) Jullie hadden nog niet naar jezelf gezocht: daardoor heb je mij gevonden.’
Net als in Siddhartha bestaat de opgave van de mens erin zijn eigen weg te gaan.
Zo vele voorgangers en tijdgenoten van Hesse verbleven in Zwitserland. Richard Wagner, voor wie Nietzsche een grote vriendschap koesterde, verbleef in Tribschen bij Luzern. Friedrich Nietzsche bracht verschillende zomers door in Sils Maria, Engadin.
Het idyllische Ascona trok vanaf het einde van de negentiende eeuw kunstenaars en utopisten aan van de meest diverse pluimage. Tolstojanen, anarchisten, wereldverbeteraars. Ook Frederik Van Eeden, die met Walden zelf een utopische leefgemeenschap had gestart, bezocht de Monte Verità.
Sommigen gaan zeer ver in hun zoektocht. Zij verwerpen geld als betaalmiddel. Leven in de natuur in zelfgemaakte hutten. Hun meubelen gemaakt van onbewerkt hout. Wat een vrouw ertoe genoodzaakt bij hevige tandpijn de tandarts voor te stellen in ruil voor zijn werk voor hem een lied te zingen.
               

Geen opmerkingen:

Een reactie posten