maandag 30 juli 2018

Zomerverhalen


Walvis

Het verlangen, zei Captain Pete. Hij sprak de woorden met zoveel nadruk uit dat ik ze nu nog voel. Dat is het kenmerk van een grote liefde. Je legt er duizenden kilometers voor af.
Ik diste het verhaal op hoe ik heel Duitsland doorkruiste op weg naar mijn geliefde. Al liftend. In drie dagen. Zij bevond zich aan het IJzeren Gordijn. Was gehuisvest in een studentenhome waar haar een minuscule kamer was toebedeeld. Om de eenzaamheid te verdrijven had zij een radiootje gekocht bedoeld om te monteren op het stuur van een fiets. En er was de filter met het koffierestant waaruit zij troost had geput.
De hitte is zo groot dat ik soms niet meer weet waar ik mij bevind. De paden waar wij met onze hond Luna wandelen zijn ineens onherkenbaar geworden. In mijn fantasie is een tak het gewei van een hert.
Verkoeling vind ik in de vijver waar ook meerkoeten rondzwemmen. Eén te worden met het water. Het oerelement. Jonas wordt opgeslokt door een walvis. Moeten wij dat niet als een mooi beeld beschouwen? De walvis beschermt Jonas die in zee wordt geworpen tijdens een storm. De andere opvarenden beschouwen hem immers als de oorzaak van het ontij. 
Ik kijk naar het geraamte van de jonge vinvis die in de haven is aangetroffen. Wat een zuiverheid vertoont het gebeente. De laatste grote walvis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten