zaterdag 9 augustus 2014

Senghor

Compagnie Les Petits Délices (foto MDB)

Straattheater. Een jonge vrouw voert een poëtisch spektakel op.  Zij doet daarbij een beroep op de toeschouwers. Een man uit het publiek moet haar helpen om met een miniatuurauto een vis die in haar theepot is beland terug te brengen naar de oceaan. Het stuk heet Maritime.
Volgen nog twee onderwaterpiloten op vreemde brommertjes en een persiflagestuk met een prins, de duivel zelve en een prinses gespeeld door een mannelijke acteur.
‘Laten we naar de schilderijententoonstelling gaan, Johan,’ zegt Nomade.
Zij wil mij ervan overtuigen dat het werk dat ik op de brocantemarkt heb gekocht niet zo uniek is als ik heb gedacht.
‘Ik moet dringend plassen,’ zeg ik en ga al voorop richting het casino. Op het eerste gezicht lijken de deuren echter gesloten. Ik kijk wanhopig rond, denk eensklaps aan de bibliotheek en ren er naar binnen.
Terug uit het toilet doe ik alsof ik gekomen ben voor de collectie en kijk rond. Net achter de hoek van de toiletdeur bevindt zich de afdeling poëzie.
Daar stuit ik op het werk van Léopold Senghor. Dichter en de eerste president van Senegal. Ik blader door zijn gedichten. Wat een schoonheid stralen die uit! Senghor heeft het over een brief van zijn geliefde. En alle warme gevoelens die de brief oproept.
Ik weet nog dat onze professor in de Negro-Afrikaanse literatuur een grote fan was van Senghor. Hij gaf les in een oud herenhuis voor slechts enkele studenten. De professor had in Congo de taal en literatuur van een van de vele Afrikaanse culturen bestudeerd. Nog jaren later lachte hij vriendelijk wanneer hij ons op straat tegenkwam. Waarbij hij zijn hoed afnam.
Veel tijd om te mijmeren of om in het werk van Senghor te lezen kreeg ik echter niet. Alras kwam de bibliothecaresse aanzetten. Zij vertelde dat de bibliotheek zou sluiten. En dat ik toch niet graag tot maandag zou opgesloten blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten