maandag 4 november 2013

Rémy

Schaduwen (foto MDB
Wanneer ik dit schrijf glinsteren de vruchten van de lijsterbes in het warme licht van de herfst. De lage stand van de zon werpt lange schaduwen over het land. Nog nooit in mijn leven zag ik een ijsvogeltje. Gisterenmorgen in alle vroegte zat het vogeltje aan de rand van de vijver die wij onze troostplek noemen.
Wanneer ik terugdenk aan het huis van Amélie in het gehucht Wathiéhurt komen mij allereerst de stokrozen voor de geest. Stokrozen in alle tinten van roze, rood en wit stonden hoog opgeschoten voor het huis. Het huis lag net voorbij de bocht. Voor het huis een grasperk met heerlijk geurende rozelaars. Tegen het huis de stokrozen.
De allereerste keer dat wij er kwamen werden we enthousiast verwelkomd door een witte poedel. Het hondje sprong tegen het groen en wit geverfde hek. Voor het huis stonden Victor en Amélie. Het huis was laag. Wit gekalkt. Met groene ramen. We deden de tour du propriétaire. Naast het huis in een klein wit geverfd gebouwtje het toilet met een houten bril. Boven op de beerput. Daarachter een lange, verwilderde tuin.
De vloer van het huis bestond uit koude vierkante tegels. Als je binnenkwam links een opkamertje. De woonkamer. Een minuscule keuken waar mijn moeder later ons lievelingsgerecht, zijnde warme kip met perziken, zou klaarmaken. Twee slaapkamers met in de ene een reusachtige door het vocht aangevreten spiegel.
In die slaapkamer kon ik mij terugtrekken. Dromend van Jazz Bilzen en andere heerlijkheden waar ik nooit een voet zou zetten. Alsook in het kille gebouwtje met de houten WC-bril recht boven de beerput. Daar las ik in de krant La Voix du Nord. Bestudeerde er de plaatselijke sportmanifestaties en droomde ervan ooit aan een daarvan te kunnen deelnemen.
In la Voix du Nord moet mijn vader een bericht hebben gelezen over een zanger Rémy die op een avond in een van de andere onooglijke dorpen in de buurt zou optreden.
Op die bewuste avond reden wij met de Ford Taunus van mijn vader in het volstrekte duister over de wegen van Pas-de-Calais. We staken een onbewaakte overweg over en kwamen in een parochiezaaltje terecht. We namen plaats op een van de lange banken die in rijen stonden opgesteld. De zanger Rémy bracht zijn repertoire met akoestische gitaar. Daarna kon wie dat wilde een 45-toerenplaat kopen waar Rémy dan zijn handtekening op zette. Met zwarte stift schreef Rémy in grote letters: ‘A Devos’.
Later belandde het plaatje in de sixties verzamelhoes naast de liederen van Sheila, Mireille Mathieu en Salvatore Adamo.
De geur van het huis van Amélie daar in het onooglijke gehucht Wathiéhurt zal ik nooit vergeten. Het was een geur van vocht en beslotenheid. Het huis stond immers in de lange donkere wintermaanden leeg. Alleen in de zomer werden de groene luiken geopend. Waaide een frisse wind door het huis en schoten voor de witgekalkte gevel de rozerode stokrozen zo hoog op als zij maar konden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten