Majestueus verheft zich de kathedraal van Malmedy in het dal waarin de stad geborgen ligt. Binnen baadt de kathedraal door de hoge ruimte en het witte stukadoorwerk in een helder wit licht. De kathedraal is gewijd aan de HH. Petrus, Paulus en Quirinus. De laatste is een Romeins tribuun die volgens de legende een vreselijke marteldood stierf onder de Romeinse keizer Hadrianus. In de kathedraal worden de relieken van de heilige bewaard.
In het altaar in de vorm van zilverwerk de relikwieën van vier soldaten van het Thebaanse legioen. Een Romeins legioen dat zich tot het christendom bekeerde en daarom werd uitgemoord.
In de tuin voor de kathedraal het oorlogsmonument. Bovenop een zware graftombe schild en helm van een Romeinse legioensoldaat en een citaat van de Romeinse dichter Vergilius: 'Geen dag zal jullie lot doen vergeten.' (vertaling Piet Schrijvers).
Waarom deze verwijzinen naar de Latijnse cultuur? Malmedy ligt net als de omliggende dorpen op het kruispunt van twee culturen. Na de gedwongen aanhechting bij Pruisen na de val van Napoleon in 1815 en de germanisering onder Bismarck heeft de Latijnse cultuur hier vooral door het Waalse dialect weten stand te houden.
Een juiste taalkeuze is in dit grensgebied niet eenvoudig. Het duurde een tijdje voor ik ongedwongen met de bakkerin van Sourbrodt Duits kon spreken. En na een bezoek aan het dorpscafé zeg ik bij wijze van afscheid aan de rij mannen aan de toog Au revoir. En tegelijk tegen de caféuitbaatster Auf Wiedersehen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten