O heerlijke bloemenpracht in de Venen! In de ochtenddauw plukte je veldbloemen, wild en teder. Zo schreef je op de achterkant van een ansichtkaart. De bloemen dragen vreemd genoeg de naam van een dier: ooievaarsbek, adderwortel, koekoeksbloem. Maar in het veldboeket dat je samenstelde steken ook margrieten, ereprijs en vergeet-mij-nietjes. De weide rechtover onze kampeerplaats is bezaaid met boterbloemen. Daarin staat de schamele schuilplaats van een klein wit paard. Het paardje beweegt zich langzaam vooruit. Het lijkt zijn levenslust kwijt te zijn geraakt. Misschien voelt het zich oud en eenzaam.
Die middag trekken we naar Casa Bella Italia in Bütgenbach. Een pizzeria jaren geleden opgericht door Pasquale. Nu baat zijn dochter het restaurant uit. Tegen de wand foto’s van Sophia Loren, La Diva de Napoli. Lorena, zegt de Italiaanse uitbaatster. Haar familie komt uit Calabrië. Het zuiden van Italië. De naam Pasquale doet me denken aan de militante arbeider uit de reeks L’Amica Geniale of Mijn geniale vriendin, gebaseerd op de Napolitaanse romans van de Italiaanse schrijfster Elena Ferrante. We eten pizza met spinazie en scaloppina. In het vertrek ernaast staat een Kachelofen met groen gekleurde tegels. We wandelen door het dorp. Het interieur van de parochiekerk is verfraaid met prachtige glasramen. De kerkschatten. De oudst bewaarde kazuifel. Versierd met het lam waarvan het bloed wordt opgevangen in een kelk. Volgens de overlevering door de burchtvrouw bestikt met mensenhaar. Ontroerende schilderijen van de Madonna met Kind.
En dan, helemaal bescheiden een klein wit beeld: Madonna delle Rose. In haar handen en op haar voeten een rozenrode roos. Hier wellicht neergeplaatst door de kleine Italiaanse gemeenschap uit de streek. Meegereisd uit Italië. Het land waar de Madonna, het beeld van de Moeder, zo diep wordt geëerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten