zaterdag 17 januari 2015

Italiaanse herinneringen

Macaroni Soubry Huis van Alijn (foto MDB)


Soubry

In de film La grande bellezza komt een merkwaardige scène voor. De auteur en journalist Jep Gambardella is met zijn uitgeefster, een van gestalte kleine vrouw, in een zakelijk gesprek verwikkeld. Plots onderbreekt de vrouw hem met de vraag ‘Wat vind je van de minestrone?’
Samen eten is voor Italianen een belangrijk gegeven. Net zoals de gastvrijheid. Minestrone is een begrip uit de middeleeuwen. En slaat op de dikke soep die de monniken in de Italiaanse kloosters elke dag opnieuw klaarmaakten. Ze gebruikten hiervoor de groenten en kruiden uit de kloostertuin en serveerden ze aan de reizigers. Vandaar het woord minestrone, afgeleid van ministrare of helpen.
In de neorealistische film Francesco, giullare di Dio van de Italiaanse cineast Roberto Rossellini uit 1950 wordt dit duidelijk geïllustreerd. Wanneer een van de monniken die niet mee mag om te prediken ineens soep maakt voor veertien dagen.
In het boek Ciao Belga van Sara Van Poucke over de geschiedenis van de Italo-Belgen klagen twee oudjes van Italiaanse afkomst over het eten dat hun in het bejaardentehuis wordt opgediend.
‘Ik heb mijn hele leven Italiaans gegeten en op mijn oude dag moet ik dít naar binnen werken? Mijn maag kan dat niet aan, dus laat ik het staan.’
Ze hebben het meer bepaald over hoe in ons land de Italiaanse gerechten worden klaargemaakt.
‘”Ze doen wel moeite, hoor’, vergoelijkt Giorgino. ‘We kunnen pasta krijgen. Maar plakken dat die doet!’ Hij trekt een vies gezicht. ‘En ze koken ze in water zonder zout en dienen ze op zonder saus of kaas. Dat is niets voor ons.’”
Mijn moeder maakte vroeger nooit spaghetti klaar. Wel soms macaroni. Met kaas en hesp. Zoals voorgeschreven in ‘Ons kookboek’ van de K.A.V. brak ze de macaroni in stukken van ongeveer drie centimeter.
Het zijn niet de Italianen die bij ons de deegwaren introduceerden. Wel een ondernemend West-Vlaams familiebedrijf uit Roeselare, in 1921 gesticht door Joseph Soubry.
Op de verpakkingen van Soubry vond je vanaf 1949 spaarpunten waarmee je prenten van de Meesters der Schilderkunst kon verzamelen. En op de Wereldtentoonstelling in 1958 had het bedrijf een futuristisch ogende stand.
In de jaren 1960 en ’70 verscheen in heel wat lagere scholen op de speelplaats plots een kameel. Het dier was aan twee kanten getooid met een groot reclamedoek ‘Macaroni Soubry’. De kinderen werden boven op de kameel gehesen. Waarna er van hen, fier gezeten boven op het reuzegrote dier, een foto werd getrokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten