vrijdag 26 december 2014

Italiaans dagboek

Still uit Uomini d'Onore (foto MDB)


De dag van de uil

Opbouw en sfeer van ‘De dag van de uil’ van Leonardo Sciascia doen mij denken aan het werk van de grote schrijver Gabriel García Márquez. Ik las in de ‘Generaal in zijn labyrint’ dat is verschenen in het jaar 1989 toen mijn zoontje in de wieg lag.
In het werk van de Colombiaanse schrijver spelen militairen vaker een hoofdrol. Zo is er ‘De kolonel krijgt nooit post’ over een kolonel op rust die vergeefs wacht op de postbode die zijn pensioen zou brengen.
‘De dag van de uil’ vertelt het verhaal van kapitein Bellodi. Hij is afkomstig uit Parma en wordt op het eiland Sicilië geconfronteerd met een drievoudige moord. Net als in ‘Kroniek van een aangekondigde dood’ van Márquez krijg je in deze Italiaanse roman een fatale afwikkeling. Zij het dat ‘De dag van de uil’ begint en niet eindigt met een moord. Namelijk die op de aannemer Salvatore Colasberna.
De fataliteit bestaat erin dat kapitein Bellodi er weliswaar in slaagt om de dader en de opdrachtgevers te ontmaskeren. Maar dat je in een parallel verhaal verneemt dat krachten die het zonlicht schuwen de moord, die te maken heeft met afpersing, langzaam aan maskeren als een passioneel drama.
Alles draait om het stilzwijgen. Dat is zo grotesk dat het bijna komisch wordt.
Een man probeert in alle vroegte op de bus te springen richting Palermo, wanneer hij door twee schoten uit een geweer dodelijk getroffen wordt. Niemand kan enige aanwijzingen verschaffen. De bestuurder let alleen op de weg. De conducteur heeft geen weet van het aantal passagiers. En de broodjesman blijkt tijdens de ondervraging door de carabinieri net als die laatsten in allerijl te zijn verdwenen.

Hetzelfde thema staat centraal in de liederen van de historische Ndrangheta.
De zangers hebben het voortdurend over de onschuld van diegenen die in de kerker zitten. Alleen de verrader die hen aan de galg heeft gepraat is schuldig.
‘Je bent dus onschuldig zolang niemand weet heeft van wat je hebt gedaan,’ besluit Nomade.

Er spreekt uit de liederen een onwaarschijnlijke haat tegenover wie uit de biecht klapt.

‘Er bevindt zich een vogel onder ons, begrijpen jullie?
Een vogel die het zich veroorlooft om te kwetteren
Vrienden, dat is een schoft
Een man houdt zijn mond
Breng onze vriend deze boodschap
Zodat de vogel  nooit meer zingt
En zeg aan die bastaard
Dat zijn kist al getimmerd is.’
(A ‘mbasciata/ De boodschap)

De titel van de roman ‘De dag van de uil’ verwijst naar een citaat van Shakespeare.

‘… and, like the owl by day,
If he arise, be mock’d and wonder’d at…’
Shakespeare, Henry VI

De schrijver gebruikt het als motto voor zijn boek. Het is een literair citaat dat een zeker welbehagen schept. Een uil die overdag verschijnt is een zeldzaam spektakel. Tegelijk is het dier weerloos. De uil komt de toeschouwer bijna komisch voor.
De activiteiten die Leonardo Sciascia beschrijft spelen zich echter niet bij daglicht af.
Dat wordt pijnlijk duidelijk in zijn nawoord. Hij heeft, nadat hij zijn roman heeft voltooid, vooral heel veel geschrapt: personages, scènes. In tegenstelling met de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk of Zweden spot je in Italië niet met de macht, schrijft hij.
En dat zullen we moeten slikken, zegt hij nog, zoals vroegere gezanten in een gedicht van Giuseppe Giusti een perkamentrol met inbegrip van lood en zegel moesten opeten.

1 opmerking:

  1. Io zitto fino al giorno della mia morte in modo da non sputare sulla mia tomba.

    BeantwoordenVerwijderen