woensdag 16 september 2015

Onderweg naar Ticino

Portret kerkhof Bene Lario (foto MDB)


Partiggiani

‘Wij kijken zo,’ zegt Nomade, terwijl ze over de Lago di Piano in de richting van Zwitserland wijst, ‘en Hesse keek onze kant uit.’
Sinds de machtsovername door Mussolini wilde Hermann Hesse niet meer naar Italië. Een van zijn aquarellen uit 1926 draagt als titel ‘Blick nach Porlezza.’ Het Italiaanse plaatsje ligt aan de uiterste grens van het meer van Lugano en is helemaal anders dan de dorpen aan de Lago di Como. Daar bouwden rijke Milanezen hun villa’s tegen de berghelling. Grote mondaine hotels liggen langs het meer.
Maar in Porlezza kun je heerlijk dwalen in de kleine straatjes rond het Ghetto. Zo genoemd omwille van de dicht bij elkaar gebouwde huizen. En door de vroegere Joodse aanwezigheid. We drinken er een cafè con latte.
Wat een pracht biedt de chiesa San Vittore! Elke vierkante meter van het gewelf is beschilderd in vrolijke barokke kleuren. Het is allemaal zo overweldigend dat je hier de betekenis begrijpt van de barokke kunst. Zij herleidt de mens tot zijn ware proportie. Na de reformatie moest het uit zijn met de zoekende mens. Alleen de kerk en haar hiërarchie leiden tot verlossing. De indrukwekkende hoeveelheid barokke kunst maakt de mens opnieuw klein.
In Dongo aan het Comomeer bezoeken we het Museo Della Fine Guerra. In Dongo bracht de Duce samen met zijn minnares Petacci de laatste nacht door. Een Duits konvooi werd door de partiggiani tot stilstand gebracht. De Duitsers werd vrije doorgang verleend. Maar de Italiaanse fascisten moesten zich overgeven. Tijdens het onderzoek van de legertrucks bleek de Duce zich te hebben vermomd als Duits soldaat. Als snel verzamelde zich een massa mensen rond de bewuste legervrachtwagen. ‘Il Duce, il Duce,’ riepen zij uit.
‘Het leek er straks op dat wanneer hij het woord zou nemen, zij weer achter hem zouden gaan staan,’ luidt een van de getuigenissen.
Maar de Duce wordt onderweg naar Milano door een andere groep verzetslieden onderschept en samen met la Petacci terechtgesteld.
De strijd tussen de fascisten en de partizanen heeft hier in het noorden van Italië bijzonder gewoed.
Na de wapenstilstand met de geallieerden in 1943 werd de RSI of de Repubblica Sociale Italiana uitgeroepen met aan het hoofd de bevrijde Mussolini. Dat was het begin van een bloedige burgeroorlog tussen de Zwarthemden en de partiggiani. Het heeft Italië zo getekend dat het thema in tal van naoorlogse films voorkomt.
Zo ook in ‘C’eravamo Tanto Amati’ van Ettore Scola. De film volgt het leven van drie vrienden die samen bij de partizanen waren. In zwart-wit beelden wordt hun spannende vroegere bestaan getoond. Het latere leven van de drie is geen onverdeeld succes. Maar ‘C’eravamo Tanto Amati’ uit 1974 is vooral een ode aan de Italiaanse neorealistische film. Meer bepaald aan Ladri di biciclette van Vittorio de Sica. Hij overlijdt in hetzelfde jaar 1974.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten