dinsdag 1 september 2015

Onderweg naar Ticino



Zwaan op de Rijn bij Basel (foto MDB)


De helft van het leven

Over de Rijnoever valt langzaam de nacht. Kraaien zoeken hun nest op. En maken daarbij een kortstondig maar hels lawaai. Een vleermuis scheert aan het verlichte raam van onze caravan voorbij.
We bevinden ons aan het Drielandenpunt. Vlakbij de Zwitserse stad Basel. Le petit port is de naam van de camping aan de Franse kant. De kampeerplaats is net zoals in Torino de vroegere tuin van een klein roze kasteeltje.
Deze morgen maakten we een Rijnwandeling. Aan de stuwdam een bunker, gebouwd in 1938. Oorlogsvoorbereidingen. Van Aken tot aan Basel trokken de Duitsers een verdedigingslinie op. Aan de overzijde de Maginotlinie.
Bij het begin van de vijandelijkheden in 1940 werd de stuwdam bestookt door Engelse vliegtuigen. Waarvan er een werd neergehaald door de FLAK of de Duitse luchtafweer. Daarbij kwamen alle bemanningsleden, jonge mannen van in de twintig, om het leven.
De Rijn had hier oorspronkelijk een breedte van een drietal kilometer. En is nu ingedamd tot een diepe bevaarbare stroom van 200 meter breed. Reeds in de Goethezeit werd daar een aanvang mee gemaakt. De veranderingen in de samenleving moeten toen gigantisch geweest zijn. Op korte tijd werden door de industrialisering eeuwenoude landschappen compleet overhoop gehaald. Wat vele Duitse schrijvers opnieuw deed verlangen naar de natuur. Goethe en Hölderlin bijvoorbeeld. Ook de vrijheidsgedachte deed toen opgeld. Vrijheid van het individu ten opzichte van de adel. Die oefende immers een almacht uit over haar onderdanen. Vrijheid van volkeren ook.
Langs de Rijn huizen massa’s witte zwanen. Een van de dieren ordent met haar sierlijke hals haar veren. Ik denk aan het gedicht van Hölderlin ‘Hälfte des Lebens’. Daarin roept de dichter beelden op van de late zomer.

‘Mit gelben Birnen hänget
Und voll mit wilden Rosen
Das Land in den See,
Ihr holden Schwäne,
Und trunken von Küssen
Tunkt ihr das Haupt
Ins heilignüchterne Wasser.’

‘Met gele peren
En vol van wilde rozen
hangt het land over het meer,
O heerlijke zwanen
Dronken van kussen
Doop je het hoofd
In het heilig nuchtere water.’

Maar straks komt koning Winter. En vraagt de dichter zich vertwijfeld af hoe hij die tijd zal doorkomen. Het ganse gedicht is een metafoor voor het leven zelf. ‘Hälfte des Lebens’ of 'De helft van het leven'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten