zaterdag 3 september 2016

Tocht aan het einde van de zomer



Kostuum van landzette, Carnaval Allein (foto MDB)
Napoleon

Wat een overweldigende indruk moet de doortocht van het leger van Napoleon hier in de streek gemaakt hebben. In de maand mei van het jaar 1800 trekt de veldheer samen met 40.000 soldaten over de Grand-Saint-Bernard naar Italië. Daar wil hij de Oostenrijkers bekampen.
In het museum van l’Hospice boven op de pas zien we op gravures hoe de kanonnen  met de grootste moeite omhoog worden gehesen.
Het Zwitserse Bourg-Saint-Pierre bleef maar bij de Franse overheid een schadevergoeding vragen voor de goederen die zij aan de Franse Armée leverde. Tot president Mitterrand in 1984 hier door middel van een symbolische frank een einde aan maakte.
De Grand-Saint-Bernard is een magische plaats. Al in de Keltische tijd offerden reizigers munten op de heilige rots. De Romeinen bouwden er een tempel ter ere van Jupiter. Vele jaren bleef de doortocht echter zonder bescherming tot San Bernardo deAosta boven op de bergpas een klooster en Hospice oprichtte. De monniken hielden er zich bezig met het herbergen van reizigers maar ook met het opsporen van vermisten. Daarvoor gebruikten zij de kortharige sint-bernardshonden die nog steeds in een kennel op het kloosterdomein zijn te bewonderen.
Vandaag reden we hoog in de bergen langs smalle weggetjes op zoek naar het Meison di Carnaval de la Coumba Freida in het dorp Allein. Onderweg luisteren we naar Paolo Conte. De bergwegen worden steeds smaller en moeilijker toegankelijk. Hier en daar zijn de rampes of de bescherming langs de kant van de weg bestaande uit houten boomstammen verdwenen. Maar wat een heerlijk uitzicht hier hoog in de Italiaanse bergen! En wat een prachtig museum. We zien er de kleurrijke kostuums van de landzettes, geduldig geborduurd en voorzien van allerlei spiegeltjes om de zonnestralen op te vangen. De kostuums doen net als die van sommige personages in het carnaval van Malmédy denken aan de Napoleontische tijd.
Maar reeds lang daarvoor bestond het carnaval in de hoge en afgelegen bergdorpen van de Valle d’Aosta. Met paardenstaarten wordt de winter verjaagd. Er is het kostuum van de beer, die bij het uitbreken van de lente zijn hol verlaat.  De dansende en zingend landzettes dragen belletjes als vruchtbaarheidssymbool. Er zijn de Toc en de Tocca, een stokoud echtpaar van wie de man graag met jonge meisjes danst wat de jaloezie opwekt van zijn gerimpelde vrouw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten