zondag 11 september 2016

Tocht aan het einde van de zomer


Kopie gravure Bossey (foto MDB)
Frankenstein

Zonsopgang boven de Mont Salève. Hier ontdekt Rousseau voor het eerst de schoonheid van de natuur. Op tienjarige leeftijd wordt hij samen met zijn neef ondergebracht bij de dominee van het kleine dorpje Bossey.
Hoe mooi is dit dorpje tegen de flank van de berg. Een kleine kerk. Grafstenen tegen de vroegere kerkhofmuur. Een linde. Naast het kerkje een oude woning waarvan het dak is afgeknot. Groene luiken. De vroegere domineewoning waar Rousseau onderricht kreeg is verdwenen. Samen met de notelaar die de dominee plantte. Twee jaar verblijft Rousseau hier. Nog dertig jaar later zou hij zich zijn verblijf in Bossey herinneren als een gelukkige tijd.
‘Les plantes semblent avoir été semées avec profusion sur la terre comme les étoiles dans le ciel, pour inviter l’homme par l’attrait du plaisir et de la curiosité à l’étude de la nature,’ schrijft hij in ‘Rêveries’.
De zomer van het jaar 1816 was eigenlijk geen zomer. Hevige regenbuien. Mary en Percy Shelley verblijven in een villa aan het meer van Genève. Net als Lord Byron die zijn intrek neemt in villa Diodati.
Het weer is zo slecht dat de dichters ’s avonds bij het haardvuur besluiten om onderling een schrijfwedstrijd te  organiseren.
‘Let’s write a ghost story.’
Onder de invloed van de nieuwste ontwikkelingen in wetenschap en techniek zoals die met elektriciteit schrijft Mary Shelley haar beroemde roman ‘Frankenstein’.
Het was een tijd waarin met elektriciteit werd geëxperimenteerd op lijken die zo weer tot leven leken te komen. Mary Shelley zou nog datzelfde jaar haar roman afwerken in Schotland.
Vlakbij villa Diodati in de Fondation Martin Bodmer is een tentoonstelling genaamd ‘Frankenstein’. We zien er eerste drukken van Goethes ‘Werther’ en van Rousseau’s ‘Rêveries’. Net als nog andere literaire werken slingeren ze in het verhaal rond bijdokter Frankenstein.
We kijken uit over het meer van Genève vanaf villa Diodita. Wat een rust straalt het wateroppervlak uit. Kleine zeilbootjes lijken stil te staan. In de verte aan de overkant van het meer de bergen.
Lord Byron vaart over het meer op zoek naar de plekken die Rousseau beschrijft in ‘Héloise’. Hij die zo veel omzwervingen heeft gemaakt, overschouwt de stille schoonheid van het meer in ‘Childe Harold’s Pilgrimage’:
‘Glad, helder Lac Léman! U laat mij weten,
Ver van de wereld die mij heeft bekoord,
Dat ik haar troebel water moet vergeten
Voor purer bronnen in dit vredig oord.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten