donderdag 8 september 2016

Tocht aan het einde van de zomer




Maison d'Ulysse, Etroubles, Valle d'Aosta (foto MDB)

Gelato al limon

Wat mis ik nu al Italië! De Valle d’Aosta waar we zo’n mooie tijd doorbrachten. Deze morgen lichtte het massief van de Monte Bianco roze wanneer we ontwaakten. In alle vroegte wandelden we met onze hond Luna in het gebergte.
Onze buren op de kampeerplaats komen uit de omgeving van Lago Maggiore. Gisterenavond keken ze tijdens het eten buiten naar de Italiaanse televisie. Alles gaat hier ongedwongen aan toe. Overdag reden we naar Arpy, een hoog gelegen mijnwerkersdorp. We zagen er de barakken waar de mijnwerkers woonden en stapten tot net onder de kam. Het loon van de mijnwerkers was zo laag dat zij zelfs niet genoeg overhielden om nieuwe kleren te kopen.
Enkele dagen geleden bezochten we de vroegere kopermijn waar de Fontinakaas wordt bewaard. De man die ons door de lange vochtige gangen waar de kazen rijpen, rondleidde bezocht het Belgische Marcinelle. Toen we de naam uitspraken waren de overige bezoekers nog steeds ontzet over de enorme ramp die toen in de Borinage vooral Italiaanse mijnwerkers trof.
De Italiaanse taal klinkt nog steeds na in mijn hoofd. Mijn verlangen gaat uit naar de kleuren van de barokkerkjes. De broden in allerlei vormen. Pizza Siciliana met ansjovis, olijven en kappertjes. Het Ave Maria dat weergalmt vanaf de klokkentorens. De kleine kampeerplaatsen die eigenlijk zijn bedoeld voor een Fiatauto met tent. De hoogspanningsleidingen door de bergen. Nomade die als een van hen wordt beschouwd en aan wie de Italianen wanneer we door een dorp wandelen de weg vragen. Trattoria waar je heerlijke sorbetto kunt krijgen. De kleine espressokoffietjes met een chocolaatje erbij. De vorm van de koffiekannetjes die direct op het vuur worden gezet. De vrouwen die zo uit een film van Fellini komen. De muziek van Paolo Conte in onze auto.
‘Gelato al limon, gelato al limon’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten